RCU (Ricky Carmichael University) Genk
Er hangt een magische sfeer als ik het rennerskwartier van het circuit Horensbergdam in Genk oprijd. Ik weet het. Het zijn gewoon coureurs, mensen zoals iedereen, maar toch. De nieuwe Suzuki’s staan netjes op een rij. Ook gewoon motoren, maar toch. Voor mij is het in ieder geval een magisch gevoel.
Mannen waar ik huizenhoog tegenopkeek en kijk, en terecht, zijn hier en ga ik ontmoeten vandaag. Ik loop de trappen op richting tent en hoor iemand de baan op rijden. Jeff Stanton doet alvast een rondje om de net gevlakte en gesproeide baan te verkennen. Met het grootste gemak stuurt hij zijn Yamaha rond. Het kost hem gewoon geen moeite. Een zijn met je motor heet dat geloof ik. Jeff Stanton, Ricky Carmichael, Jeff Emig, Jamie Dobb en Stefan Everts zijn er. Helden van toen, legendes van nu.
Ik besluit eerst even de sfeer op te snuiven en neem plaats op de betonnen tribune. Ik moest me aanmelden bij een dame, Naomi genaamd, maar die kan wel even wachten. De zon heeft besloten er samen met het het massaal opgekomen volk er een onvergetelijke dag van te maken. Ik meld me aan en iedereen is supervriendelijk. Engelse “RCU” meisjes die me langs alle kanten bijstaan. “Hospitality” heet dat daar dan. Eentje uit de groep gaat drinken voor me halen en geeft me een programma van de dag. Ze legt uit wie ze zijn en wat ze precies doen. Da’s reclame voor de zaak denk ik nog, zo kan het ook.
Rijders lopen heen en weer naar de “check in” waar ze geregistreerd worden. Alles lijkt zo op het eerste gezicht perfect geregeld. Alle medewerkers netjes in dezelfde “Fox” kleding en iedereen mega vriendelijk. Het is inmiddels half negen en iedereen komt in crosskleding bij elkaar op het startterrein voor de introductie. De aangemelde rijders worden netjes welkom geheten en hen wordt beloofd dat het een onvergetelijke dag zal worden. Over dat laatste twijfel ik geen seconde. Dit wordt een mooie dag! De rijders worden “gesommeerd” hun motoren te halen voor een paar “warm up laps” tezamen met de instructeurs. Dit alleen is al machtig om te zien. De “helden” gaan op in de grote groep rijders, wetend dat ze gevolgd worden door de toeschouwers. Er komen dan al verschillende dromen uit.
Na de warming up worden de rijders in verschillende kleurgroepen verdeeld. Ricky, Stefan en Jeff Stanton krijgen een groep. Jeff Emig blijft in z’n casual kloffie omdat hij anderhalve week eerder zijn sleutelbeen brak. Dit terwijl hij er zo naar uitkeek zijn befaamde starttechnieken te demonstreren. Ik spreek hem er nog op aan. “Yeah, too bad. Looked so much forward to it” antwoordt hij beleefd en pakt weer naar zijn schouder. Ja, ze zijn beleefd en sympathiek m’n helden van weleer.
Voor er met de sessies begonnen wordt legt Stefan wat dingen uit over de lichaamspositie op de motor. De taal blijkt geen barriere te zijn en op 1 Franstalige jongeman na volgt iedereen het Amerikaanse geknauw met gemak en plezier. De Fransoos krijgt onmiddellijk een tolk uit de groep en het probleem is opgelost.
Vinger aan de koppeling, knieen licht gebogen en het liefst dansend op je voetsteunen, op je tenen. Probeer een te zijn met je motor. “Passion for the bike”. “Lean forward” Hoe meer contact je hebt met de motor, deste beter je zal begrijpen wat hij gaat doen. “You drive the bike, not the other way around”. De meeste gevallen van het alom bekende “armpump” komen volgens de heren door te gespannen rijden. Het valt me dan ook op dat geen van allen gespierde kleerkasten zijn. Is er balans, kun je de motor het werk laten doen. Niks trekken en sleuren. Aanvoelen en doseren. Het klinkt logisch, maar de praktijk is net even wat moeilijker.
RC en Stanton komen nog even aan het woord en daar druipt respect van af. Respect voor Stefan en dat is mooi om te horen. Wat Stefan presteerde kun je natuurlijk niet vergelijken met wat de “cowboys” in de States presteren. Niets is te vergelijken en niemand was de beste, “we were all damn great”!
Omdat ik er toch het dichtste bij ben besluit ik maar eens mee te luisteren naar de startlessen. Leuk om er uiteindelijk een keer achter te komen wat je 10 jaar lang verkeerd gedaan hebt. Wat ik dus nooit deed maar Jeff wel adviseert is de stand van de benen. De benen moeten voor de voetsteun waarna je je onderbenen als het ware om je motor klemt. Tenen op de grond en balans houden. Buikspieren aanspannen, licht naar voren hangen en niet meer bewegen tot de eerste bocht. Zou je willen schakelen kan dat met alle kanten van je laars. “Bang it up”. Nou, ook al helpt het niet, ik ga het wel proberen. Stoer is het in ieder geval. Jongens die terugrijden worden soms aangehouden door de “meester”.Het lijkt soms wel of hij het niet ziet maar pikt ze er wel uit. Kleine aanwijzing en nog een keer.
De tweede sessie loop ik naar Ricky. Hij legt uit hoe een bocht te benaderen. De bewuste bocht wordt door de meesten buitenom genomen. Er ligt een walletje en dat nodigt uit op zo’n harde baan. RC legt eerst zijn waterflesje midden in de bocht. Dat mogen ze niet raken en moeten het links passeren. Na het 5 keer uitgraven van de fles zet hij pilonnen weg. De helft redt het, de rest vlamt er tegen of overheen. “Stay still and watch” zegt hij zelfverzekerd en klimt op zijn geprepareerde Suzuki. Ik denk niet dat ik eerder iemand zo hard op een bocht aan heb zien komen en vervolgens weer bijna stil te zien staan. Hij doet wat hij eerder uitlegde. Laat remmen, voor en achter. Voor 80 en achter 20 procent. Laat de motor duiken in de bocht waardoor je de grip vergroot. Druk met je benen tegen de tank en duw met je rechterbeen de motor de bocht in. Wacht tot net over de helft van de bocht en draai terwijl je gaat zitten de gaskraan maximaal open. Rc “Rocket” laat het zien en knalt de hoek uit. Kippevel!
Ademloos wordt er gekeken, gelachen en aangestoten. De “meester” is in actie.
Er is respect. Er wordt geluisterd en geprobeerd. Dat doe je voor Ricky Carmichael. RC is grappig en brengt het leuk.
Vervolgens steek ik de baan over. Daar staat Stefan met een schop een kombocht uit te kappen. “Das weer ander werk” roep ik naar hem. Hij knikt, lacht vriendelijk en kapt door. Ik heb hem wat eerder wat rondjes zien doen. Het zal zeer zeker niet “volle bak” zijn geweest maar ik ben er zeker van dat hij helemaal niet zou misstaan in een willekeurige GP manche, ergens. Hij lijkt me nog steeds in perfecte conditie. Stefan “leert” ze het lange bochtenwerk. Vooral niet remmen, blijven staan met licht gebogen knieen, iets naar voren hangen en het gas er op. Het valt me op dat Stefans “Engels” welhaast perfect is. Ook de technische termen kloppen volgens mij behoorlijk. Knap. Stefan trapt z’n KTM aan de gang en doet er een paar voor. Over een meester gesproken. Bij rijders met zoveel motorbeheersing lijkt het allemaal zo makkelijk. Vandaar ook dat de meeste buitenstaanders een beetje neerkijken op de motorcrosssport denk ik. “Beetje rondjes rijden in het zand”
Na deze sessie is het “lunchbreak”. Er is een buffet verzorgd met veel kip, rijst en fruit. Ik lust zo’n beetje alles dus heb het goed naar mijn zin aan tafel. Onder het eten praat ik wat met de mannen van het circuit. Die geven aan dat ze met veel respect aangesproken en behandeld worden door de Yankees. Ze zijn netjes en beleefd en vragen voor ze iets gaan doen. “Das wel eens anders, geloof me” zegt een van de heren. Als iedereen zichtbaar uitgegeten is neemt de “time manager” J. Leale de “mike”. De man die onmisbaar de hele dag rondrijdt op zijn pitbike om de instructeurs zich aan het tijdsschema te laten houden. Er is een vragenronde voor de heren instructeurs. Netjes worden ze op een rijtje gezet en Leale vertolkt de vragen.
De mooieste circuits worden aangetipt.
De jeugd moet zonder druk op de juiste manier begeleid worden. Diezelfde jeugd moet na de 85 cc gewoon ver der op een 125 en buiten spelen en school blijven belangrijker dan het rondbaggeren in het zand.
Damon Bradshaw vond het stopwoordje van Emig uit; “Huckabuckin” around, wat hij veel gebruikt in zijn SX commentaren. Naar het schijnt nemen de kijkers in the States een “shotje” iedere keer als Emig het woord noemt.
Adam Cianciarulo mist volgens RC te veel door de aanhoudende blessures. Eerst de schouder en nu weer een beenbreuk. Hij heeft twijfels bij de carriere van AC. Desondanks, “he has the tools to do it”. Volgens Stefan komt het wel goed met hem.
Ken Rockzen is duidelijk door iedereen geaccepteerd door zijn charistmatische optreden naar buiten en zijn prestaties op de baan.
Stanton spreekt zijn respect uit voor het talent van JMBayle die zijn initialen indertijd in een grasheuvel schreef met de achterband van zijn crosser. Het duurde een uur of anderhalf voor hij klaar was. Vervolgens laadde hij zijn motor in en was weg.
Over het moment van stoppen zijn ze het allemaal eens. Op een gegeven moment komt dat moment gewoon. Dan besluit je nog twee seizoenen te rijden. Met die wetenschap in je hoofd wordt alles ineens makkelijker. Ook al weet de buitenwereld dan nog niks, er overkomt je een rustgevoel, ze zeiden de heren. Na 20 jaar opofferen is het gewoon tijd voor een volgend leven.
Als de vragen gesteld en beantwoord zijn dienen alle rijders zich te verzamelen voor een groepsfoto. Iedereen inclusief de instructeurs moet er op. Prachtig voor thuis en mooi voor later.
Na het eten en de fotoshoot zoek ik Jeff Stanton op. Die geeft achterin op het circuit “bochtenles” . Bochten binnen en buitendoor. Hoe aan te snijden voor een schans. Dat een binnenbocht uiteindelijk toch vaak de manier is tijd te winnen op een rondje, mits goed genomen uiteraard. Ook geeft hij aan dat als je ergens een binnenbocht wil gaan nemen, je er een meter of 200 van te voren al mee bezig moet zijn. Buitenbochtje kan en mag, maar dan wel het gas er op. Neem het circuit in je op zodat je weet wat er komen gaat. Een voorganger passeren plan je al een paar bochten van te voren. Klinkt ook weer erg simpel allemaal en eigenlijk weet iedereen het ook wel.
Als ik alle onderdelen “meegemaakt” heb besluit ik nog wat rond te lopen. Ik geniet van de dag en het “hier mogen zijn”.
Ik neem plaats op de tribune als alle rijders tezamen met instructeurs nog een laatste groepstraining mogen rijden. De toppers rijden door het hele veld en geven nog een lichte show weg. Vooral RC laat de rijders genieten. Hij zorgt dat hij gelijk de bult opgaat met veel van de rijders en kijkt dan al whippend hun kant op als dank voor hun komst. Hij kijkt, zwaait met armen en benen. Hij is niet zo groot en hij mag dan een paar kilootjes te zwaar zijn, het is en blijft een fenomeen met een charisma van een superster.
Als iedereen uitgereden is en plaats heeft genomen in de tent worden de certificaten uitgedeeld. Trots gaat iedereen in het midden van de “line” up nog een keer met de “guys” op de foto en dan is het klaar. Hier en daar worden er nog wat handtekeningen uitgedeeld en Stefan heeft nog een fotoshootje voor Fox. Met een halve liter “Monster” en een “goodiebag” loop ik met een gelukzalig gevoel de tent uit. Naomi zwaait nog en ik stap in m’n bus. “Verdomme” denk ik, “wat een mooie dag”, of nee; “Damn, what a great day it was”