Kracht van de Geest
In mijn beeldvorming zou ik ontvangen worden in een volledig aangepast huis. Beugels, stangen en verzonken drempels. Joeri’s huis in het Zeeuwse Kapelle is nog geheel in de originele staat. Zelfs een traplift ontbreekt. Het is netjes, schoon en strak ingericht. Bandensporen op de tegelvloer. Op een plank in de huiskamer staat een felgekleurde, vuile helm met gescheurde klep. ‘Het zand van die dag in Goes zit er nog in’, zegt hij geëmotioneerd.
Feesten, beesten en crossen
Aan de muur hangt een grote fotolijst van een ‘dancefeest’, zoals hij die altijd bezocht. ‘Dat doe ik nog steeds hoor’, lacht hij breed. Joeri was altijd de gangmaker. Een ‘feestbeest’ van het eerste uur. ‘Eigenlijk ben ik een paar jaar te vroeg gevallen’, zegt hij nuchter. ‘Ik stond nog volop in het uitgaansleven en was er zeker nog niet klaar mee’. Joeri werd geboren om te crossen, zo voelt hij het. Met zijn zes jaar zat hij al op de motor. Zoals de meeste crossers doorliep hij de verschillende klassen en zeker niet zonder succes. Bij de MON was hij steevast voorin te vinden. In 1999 behaalde hij het Nederlands kampioenschap bij de 85 cc, waarna hij de overstap naar de 125 cc maakte. Zoals ook veel jonge mannen kwam hij in aanraking met ‘het andere’ leven. Zijn puberhart volgend ging hij regelmatig met zijn vrienden op stap. Feesten, beesten en crossen. Zo was Joeri, dat was zijn leven. ‘Als er een mogelijkheid zou zijn alles opnieuw te doen zou ik m’n levensloop wel aanpassen’. Benieuwd naar zijn prestatiestatus als hij volledig voor de cross zou zijn gegaan. ‘Ik zeg niet dat ik een supertalent ben of geweest zou zijn, maar kon toch lekker mee’. Spijt vindt hij in deze een groot woord maar het houdt hem nog wel eens bezig. Hij vond alles leuk en spannend en was erg benieuwd wat het leven hem allemaal te bieden had. Ik heb het altijd zo gedaan. Mijn hart gevolgd.
‘Je komt er niet aan uit, nooit’
Over zijn fatale val van twee jaar geleden is hij duidelijk. Mijn voorbereiding was perfect. ‘Het ‘supercrossen’ vond en vind ik nog steeds de geweldigste vorm van motorsport en wilde nog een keer knallen in Goes’. Hij wist dat hij in de top 5 zou kunnen eindigen en moest en zou dat bewijzen. Vooral aan zichzelf, maar ook aan Bryan Nelis(10), sinds drie jaar zijn pupil. Maanden van te voren is hij al gaan lopen, fietsen en zwemmen. Hij wilde topfit zijn. Dat lukte en met de nodige motortrainingen achter de rug was hij er klaar voor. Meer dan klaar. Zonder naar iemand te wijzen lag de baan niet naar zijn zin. De grond was vrij nat waardoor er veel sporen in de baan gereden werden. ‘Je sprong vanuit een spoor weer in een spoor. Ik vond het vooral niet prettig en kon daardoor ook mijn draai niet vinden’. De dingen die normaal gesproken ‘gesneden koek’ waren kostten hem nu gewoon te veel moeite. In de tijdtraining moest het gebeuren en dat raasde door zijn hoofd. De druk die hij opbouwde maakte hem onzeker. Als je iets niet moet zijn in een supercrosswedstrijd is het wel onzeker, in geen enkele sport eigenlijk. ‘In de eerste ronde kwam ik te kort op een dubbel en schoot door naar voren. Ik ging onderuit en besefte dat ik echt mijn ritme moest vinden’. Op exact dezelfde schans ging het de volgende ronde weer mis. Geen zware crash op zich, maar Joeri dook er wel voorover af. ‘Ongelukkiger als de ronde ervoor raakte ik met mijn hoofd de volgende springbult. Die knik werd me fataal’. Hij voelde meteen dat het mis was. Een dwarslaesie als desastreus gevolg. De wereld wordt zwart en je zakt weg, diep en ver. Vanaf de onderkant van zijn borst is zijn onderlichaam gevoelloos. Je schiet er natuurlijk niks me op maar toch ga je dingen denken als: wat als… Je komt er niet aan uit, nooit. Het is gewoon niet anders en dat is erg hard op zo’n moment. ‘Ik denk zo vaak terug aan die dag’, zegt Joeri, terwijl hij voor zich uit staart. ‘Tijdens mijn voorbereidingen voelde ik me sterk en fit. Ik had er zin in en het kostte me haast geen moeite om m’n tijd op te offeren voor deze ene race. Nu denk ik, misschien onterecht, wel eens dat het een waarschuwing was. Je moet en mag zo niet denken, maar je hebt ineens zoveel tijd dat je dat toch automatisch doet’.
‘Mijn verwachtingen waren hoog’
Er is door verschillende mensen gezegd dat het te hoog gegrepen was om te starten bij de inters die bewuste dag. Jammer vindt hij dat. ‘Ik heb een jaar of twee daarvoor nog meegestreden bij de Nationalen KNMV, en zeker niet zonder succes’. De ‘skills’ raak je niet kwijt, alleen de conditie en kracht. ‘Ik heb er alles aan gedaan om dat deel veilig te stellen. Iedereen weet dat’. Er zijn altijd ongecertificeerde critici die klaar staan met een mening. Je moet daar boven staan maar dat is moeilijk. Vooral omdat hij zich niet meer heeft kunnen laten zien in die laatste cross. Zijn verwachtingen waren hoog. Het zou zijn dag worden. Zijn dag werd het wel, maar helaas op een heel andere manier dan hij zich had voorgenomen.
’Als ik straks weer loop’
Natuurlijk val je in een gat. Je leven staat op z’n kop. Plannen moeten worden bijgesteld en dromen veranderen. Hij zou in maart van dat jaar bij een nieuwe baas beginnen. Voor een opleiding als duiker zou Joeri voor 4 maanden naar Noorwegen gaan en had daar al zo verschrikkelijk naar uitgekeken. ‘Ik sta nuchter en redelijk sterk in het leven, maar uiteindelijk ben je ook maar een mens, net als ieder ander’. Het zijn allemaal fases die je doorgaat. ‘Ik heb er echt wel slechte momenten bij gehad hoor, geloof me’. Mede door zijn lichamelijk fitheid ging hij op een gegeven moment toch weer plannen maken. Uitvissen wat er allemaal nog overblijft. Je gaat je verdiepen in de materie. Wat is er allemaal mogelijk. Hoever staat de wetenschap met de onderzoeken naar een eventuele genezing. ‘Ik weet nu bijna net zoveel als mijn dokter, lacht hij’. Tussen het praten door hoor ik hem: ’als ik straks weer loop’, zeggen. ‘Denk je dat echt?’, vraag ik verwonderd. Joeri gaat weer lopen, daar is hij zo goed als zeker van. ‘De ontwikkelingen gaan erg snel en daarbij kosten gevallen zoals ik gewoon te veel geld voor de maatschappij’. Aan andere ziektes zouden ze middels medicijnenverkoop nog kunnen verdienen. In dat geval kun je een herstel wel vergeten. ‘Ik ga er gewoon van uit dat het goedkomt en zorg daarom ook dat ik zo fit ben als ik maar kan zijn’. ‘Zou je de overweging maken weer te gaan crossen als ze de breuk inderdaad zouden kunnen herstellen?’, vraag ik benieuwd. Daar heeft Joeri al eens over nagedacht want hij antwoordt direct en volmondig Ja’. Hij ziet het helder en simpel. ‘Als het te genezen is zou ik zeker en direct weer op de motor stappen’. Waarom? ‘Gewoon, omdat het dan te genezen is’. ‘Natuurlijk denk ik daar wel eens aan. Wat ik dan als eerste zou doen? Dan pak ik mijn rugtas en ga ik lopen. Lopen tot ik niet meer kan. Dan stop ik bij een bankje, ga ik zitten en rust tot het weer gaat. Alleen maar lopen…’
One Dirty 8
Tijdens zijn revalidatieproces maakte Joeri nieuwe plannen. Komend uit de wereld van plaatwerkers en spuiters ging het oude bloed weer stromen. Creatief als hij is begon hij met het spuiten van crosshelmen. Een intensieve job met veel handwerk. De air brush techniek bestaat natuurlijk al even en wordt hier en daar wel toegepast door verschillende spuiters, maar Joeri wil gewoon zijn eigen stijl in de markt zetten. Net als bijvoorbeeld ‘Troy Lee Designs’ nu doet. ‘TLD is qua ontwerpen wel een van mijn favorieten maar ik wil dit zeker niet gaan kopiëren’. ‘Ik hou wel van de drukke, veelkleurige stijl die ze overal in terug laten komen’. Als ik op zijn bureau kijk zie ik dat zijn plannen zich al in een vergevorderd stadium bevinden. Op zijn laptop staan verschillende grafische programma’s waar hij zich helemaal op uit kan leven. Eerder al schaftte hij een printer en plotter aan om echt alles zelf te kunnen produceren. Met spuiten en het zogenaamde ‘Hydro Dippen’, is alles wat in zijn brein ontstaat uit te werken. Alhoewel zijn hart dicht bij de motorcross ligt, zijn de technieken oneindig en overal toepasbaar. Zelfs de controller van zijn PlayStation is aangepakt, om maar een voorbeeld te noemen. Van ‘carbonlook’ tot een ‘Picasso’ design, alles is mogelijk. Door de afwerking met harde blanke autolak is iedere creatie beschermd tegen krassen en verkleuren. De naam van zijn ‘kindje’: ‘One Dirty 8’ is direct afkomstig uit zijn roemruchte crossleven. Met startnummer 138 maakte hij jarenlang de banen ‘onveilig’. De rest van de naamuitleg laat ik aan uw fantasie over.
‘Vet’, heet dat tegenwoordig
Onlangs kreeg hij de rugleuning geleverd voor zijn rolstoel. De metalen ‘vleugels’ zijn standaard uitgevoerd in blank geborsteld RVS. De man die het kwam bezorgen zag een paar voorbeelden van verschillende technieken die Joeri gebruikt om allerlei materialen ‘op te leuken’. Na het gesprek liet de man een extra set leveren waar Joeri zijn gang mee mocht gaan. Als je veel van je tijd in een rolstoer door moet brengen is het wel zo leuk je rijtuig te personaliseren. De voorbeelden liggen klaar en zijn prachtig. In het kader van de ‘branding’ is hij ook een set met shirts aan het samenstellen. Caps zullen ook nog volgen. Zijn zelfontworpen prints worden het handelsmerk van ‘One Dirty 8’, en gaan in verschillende uitvoeringen de kleding sieren. Een paar voorbeelden liggen al op tafel. ‘Vet’, heet dat tegenwoordig. In zijn garage heeft Joeri zijn eigen werkplaats. Daar zit hij het liefst. Kachel aan de wand en alles binnen handbereik. Hier kan hij ongestoord werken en brengt hij dan ook het grootste deel van zijn vrije tijd door.
Bailey wil naar buiten en tippelt ongedurig door de woonkamer. Het witte Pomeriaantje is zijn maatje. Joeri is allesbehalve eenzaam. Alle vrienden en vriendinnen van voor zijn ongeluk ziet hij nog heel regelmatig. Nog steeds gaan ze samen naar feesten alhoewel het wel mindert allemaal. De behoefte is er niet meer zoals vroeger. Relaties doen plannen en uitgavepatronen wijzigen. Nog regelmatig trekt hij buiten een ongewilde aandacht. Vreemden zijn vol medelijden. Niet raar maar voor Joeri zeker niet nodig.
‘Ik ben in alles hetzelfde gebleven. Ik kan alleen niet meer lopen’.
Photo’s by Lars (Lars Mol)