Kevin Kieft doet zijn eigen ding

Ik kende hem niet, maar wist wel dat hij bestond. Zijn naam is er een die je niet makkelijk vergeet en zag ik met regelmaat voorbijkomen via Facebook. Mijn vriend Marco Hopmans, die ieder jaar Loket aandoet belde me. ‘Ik stuur je een nummer door. Die jongen moet je echt even bellen. Die staat hier helemaal in z’n uppie in Loket met een ouwe Honda’, zei hij enthousiast.
Kevin Kieft werd al jong door zijn vader op de motor gezet. Voor vader Kieft zat het crossen en vroeger niet in. Fietscross was voor hem het hoogst haalbare in die tijd. De passie verdween niet en zodoende werd het doorgegeven aan zoon Kevin.

Vader Kieft is een motorliefhebber als geen ander. Hij volgde alles en had altijd al een zwak voor Kevin Schwantz , een gekend racer van weleer. ‘Een Kevin’ moest het worden en motor moest hij rijden. De nu 19 jarige Kevin heeft het netjes opgevolgd en is niet meer van de motor te slaan. Ook het rijnummer van de ‘racende Kevin’ heeft hij overgenomen. Het is altijd 34, maar moet bij tijd en wijle wel eens verbasterd worden met een nummer ervoor. ‘Voorlopig zal het 334 zijn, maar de 34 blijft er in’. Hij is zeker van plan om zo ver mogelijk te komen. ‘Ik pretendeer zeker geen Herlings te worden, maar als je het toch doet moet je er het maximale uit zien te halen. Ik doe er alles voor en werk hard om ook financieel mee te dragen aan de kosten. Ik werk voor mezelf als stratenmaker en doe veel tuinaanleg. Mijn vader heeft zijn eigen aannemingsbedrijf en sponsort me gelukkig, maar we zijn met vier kinderen thuis, waarvan mijn jongere broertje ook crosst. We weten allemaal wat het kost’, lacht hij.

Kevin heeft de juiste normen en waarden meegekregen van zijn ouders. Trekt zijn eigen plan wel, maar heeft veel respect voor zijn ouders. ‘Ze laten me wel mijn eigen ding doen, ook al hebben ze er soms hun bedenkingen bij’. Kevin vindt de tweetakten geweldig. Zijn vader ziet hem het liefst op de 450 viertakt, maar daar verschillen de meningen duidelijk over. ‘Ik vind het geweldig om met een tweetakt te rijden. Je kunt zo’n ding wat meer je eigen wil op leggen en daar voel ik me lekker bij’. Daarom schaftte hij een tijdje geleden een ‘oude’ Honda aan. Een van de laatste tweetakten staat bij hem in de schuur. Een pracht exemplaar uit 2008, waar hij zich ook in de EMX 250 van Valkenswaard wist te kwalificeren. Een hele prestatie met zo’n ‘oud jankertje’. Met de smaak nog in zijn mond vertrok hij onlangs naar Loket. ‘Ik wilde het graag en kon het financieel rondbreien. Dan is de keus niet zo heel moeilijk meer.

 

‘Het was een echt avontuur, en had het voor geen geld willen missen. Ook daar wist ik me te kwalificeren en reed er twee hele sterke manches’. Het avontuur op de tweetakt heeft me wel aan het twijfelen gemaakt. Stiekem heb ik mijn zinnen gezet op de EMX 300 competitie. Ik heb thuis al laten vallen wellicht mijn dikke 450 in te ruilen voor zo’n ‘smoker’. Mijn vader ziet me het liefst op de viertakt en begrijpt dan ook niet waarom ik in hemelsnaam zo’n reis onderneem met ‘dat oude ding’, lacht hij. Het is ook apart, omdat de vaders van nu juist vaak uit het tweetakt tijdperk stammen. ‘Ze laten me doen en gunnen me het plezier. Want daar gaat het uiteindelijk om…’

Foto’s met dank aan Niek Fotografie en Selle MX foto’s.