Alhoewel we ’s morgens vanaf huis met regen vertrokken blijkt het in Gemert gewoon lekker droog. Een strakke organisatie herken je al bij het naderen van het circuit. Nette duidelijke bordjes met het frisse ONK logo wijzen ons de weg naar een mooie dag. Waar het industrieterrein overgaat in het bos ligt het prachtige GP waardige Wolfsboschcircuit circuit. Een circuit wat achteraf ook makkelijk ‘Het diepe gat’ had kunnen heten. Hoge veilige bulten in alle maten waarop je alles mag maar zeker niets moet. Het brede en lange startveld mondt uit in een meer dan haakse bocht naar links. De remtiming blijkt daar van crusiaal belang. Ondanks er nog maar twee klassen hebben getraind ligt het, naar mijn maatstaven, loeizwaar. Diepe gaten, nu al. En dan te bedenken dat er nog 8 wedstrijdmanches overheen moeten.

‘Bijna overdreven’

Al lopend door het rennerskwartier valt me op dat de aanwezige teams erg mooi uitpakken. De HSF tent zou makkelijk te gebruiken zijn als stand voor een grote motorbeurs. Het lijkt soms bijna overdreven maar als je een team sponsort is het wel zaak dat je iets uitdraagt. Dat is meer dan gelukt bij de HSF groep. Ook het fonkelnieuwe HNHF team zag er erg verzorgd uit. Lekker fris en zichtbaar goed geregeld. Natuurlijk KTM maar zeker ook SKS, Wilvo Nestaan, Kemea en Beursfoon lieten zien dat ze marketing technisch goed onderlegd zijn.

‘Kan het snel?’

Een dik respect voor Kees ‘de omroeper’ van den Boomen. Als ik met de iets te bescheiden ‘wonderdokter’ Willem Verbruggen sta te praten meldt hij zich met twee gebroken ribben. Onderweg naar Gemert ging hij onderuit met zijn motor en verkende hij de naast de weg liggende stoeprand. Een pijnlijke kwestie. Ik weet helaas wat het is. Willem is genegen een helpende hand toe te steken. ‘Kan het snel?, ik moet over tien minuten aan de bak’, zegt hij gehaast en samen verdwijnen ze in de camper. Een groot motorcrosshart dus.

‘De mijne werkt gewoon de hele week’

Het niveau is hoog. De jongens in de staart van de groep gaan nog steeds gruwelijk hard. Vooral op een circuit als dit is de juiste balans van man en machine van ongekend belang. Als cowboys op een wild paard springen ze, hun motor constant corrigerend, van knip naar knip. Mijn oog valt op een jongen die zich met zijn tweetakt stoer tussen de viertakten door manouvreert. De ‘vreemde eend.’ Terwijl hij zijn motor over de diepe gaten ‘sleurt’ houdt hij netjes een vingertje aan de koppeling. Balans dus… Alles wordt gegeven. Waar, een deel van, het verschil in rijders vandaan komt wordt me duidelijk gemaakt door een aardige crossmoeder naast me, boven op de berg. Nog voor ik haar zag hoorde ik haar bezorgde hart al bonken. ‘Mijn zoon, zijn neef en mijn schoonzoon rijden mee’ zegt ze met een trotse blik in haar ogen. Ik kijk even met haar mee en terwijl ze ‘haar jongens’ aanwijst zie ik het gevecht dat ze leveren. Een deel van de kopgroep heeft het ‘geluk’ dat ze zich de hele week alleen met de cross bezig kunnen houden. ‘De mijne werkt gewoon de hele week tot wel een uur of 50’. Ze haalt zeker niet uit naar de anderen, maar ik merk dat ze het haar kind het zo zou gunnen een hele week met zijn geliefde sport bezig te kunnen zijn. Natuurlijk wordt je uiteindelijk haalbare niveau daar wel voor een deel door bepaald. Als je een keer of drie per week op je motor kunt zitten, zal je allicht wel een paar plekjes opschuiven in de groep. Hij moet ‘gewoon werken’ en is gelukkig niet de enige, maar een van de velen.

Verantwoorde en gezonde doorstroming

De 85 cc is een mooie klasse. Daar zie ik, als niet kenner, toch al wel bovengemiddeld talent ‘rondspringen’. Toppertjes, maar zeker niet meer in de dop. Op zo’n ‘dingetje’ leer je echt wel sturen en het beschikbare vermogen gebruiken. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de 125’s. Voor mijn gevoel zouden ze de overstap naar de 125 moeten verplichten. Voor een verantwoorde en gezonde doorstroming lijkt me dat een ideale klasse om de jeugd ‘crossklaar’ te maken voor het grote werk. Dat het allemaal nog sneller kan blijkt daarna. Motoren worden zwaarder en de jongens worden mannen. Er wordt over de diepe sporen heen gekeken en hoog in de lucht wordt gecorrigeerd waar nodig. Ik volg Jeremy van Horebeek op een zwaar knippenstuk. Hier en daar slaat hij er voor het gemak en moeiteloos lijkend eentje over om daarmee een duidelijk verschil te maken. Mijn zoontje probeert er een foto van te maken maar het gaat allemaal te snel. Een oude ‘crosstrouwe’ Gemertenaar’ naast me ziet ‘m op zijn knietjes zitten en roept: ‘Daar komt ie hoor, daar komt ie!’ Lief mannetje.

Jammer

Mooie wedstrijden met terechte winnaars, alhoewel ik Raivo Dankers wel wat meer geluk had gewenst. Jammer vind ik het dat rijders en begeleiders die niet in de prijzen vallen ook niet (kunnen) blijven voor degenen die wel een beker krijgen. Zo’n prijsuitreiking zouden ze misschien direct na de tweede beslissende manche moeten doen. Motor naast het podium, bril omdraaien, sponsorpetje op en blikje in de hand. Dan met de modder nog op het gezicht in het kort vertellen wat er het laatste half uur door je heen ging. Wellicht zal het een reden hebben dat het is zoals het is. Het is natuurlijk maar een simpele gedachte van een ‘niet kenner’ met te veel gevoel.

 ‘Het was supervet pap’

Al met al een geweldige dag. Dankbaar drinken we nog wat in de VIP tent en luisteren naar de moegestreden mannen met de bekers. Ze nemen de moeite en dat is mooi. Als ik met mijn twee jongens terug loop naar de bus komen we de immer vrolijke en sympathieke, door een capuchon vermomde Lars van Berkel nog tegen. We schudden hem de hand en mijn jongens gaan nog even met hem op de foto. M’n jongens stralen.

Op de terugweg is het opmerkelijk stil in de auto. Ze zijn er helemaal klaar mee. ‘Het was supervet pap’, hoor ik er nog eentje halfslapend mompelen.

Vind ik ook jongen, heel vet…

Foto’s: More Heijt (13)

Tranen in mijn ogen. Het gebeurt regelmatig als ik aan de zijlijn sta te kijken naar de voetbalkunsten van mijn jongens. Het gaat me niet eens om de doelpunten of weergaloze truukjes die ze soms tevoorschijn toveren. Het gaat me meer om de inzet, de overgave en de verschillende soorten gezichten die ze trekken bij winst of verlies. Het is een teamsport en daar hou ik zelf niet zo van. Het idee dat je een wereldwedstrijd kunt spelen en dan soms door toedoen van andere spelers toch geen winstpunten kunt noteren stuit me tegen de borst. Veel crossers vergelijken hun geliefde sport met voetballen. Ik vraag me af waarom. Je kunt een teamsport niet vergelijken met een individuele. Voetballers aan de top moeten echt wel aan de bak. Iedere dag weer werken aan hun conditie. Sprintoefeningen, slopende interval, en de vele verschillende passeertechnieken tot vervelens toe blijven oefenen. Presteer je een paar wedstrijden wat minder zit je gewoon op de bank. Het is niet te vergelijken en dat moet je ook niet doen. Helaas heeft geld het spel kapot heeft gemaakt.  Jonge talentvolle gasten worden al veel te vroeg door een club ‘gearresteerd.’ Met te veel media aandacht en de beschikking over miljoenen weten zich vaak geen raad. Ook als voetballer moet je sterk in je schoenen staan om te ‘dealen’ met de druk die je opgelegd wordt. Het zijn stuk voor stuk topatleten, zoals ook de toprijders in de cross. De, vaak door de leiding, opgelegde druk bepaalt het karakter van de speler en het spel. Soms en helaas. Wijk je te veel af van de groep kun je vertrekken. Aanbod genoeg. Ik zie zat spelers acteren waar ik veel respect voor op kan brengen. Werkers, bikkelaars en schoffelaars. Rennen tot je verzuurde benen het niet meer toelaten. Soms genadeloos en grof neergehaald. Dat zijn de crossers van het voetbal. Met die paar simulanten kan ik alleen maar medelijden hebben. Jammer dat hun ouders het zelf te druk hadden…

Ben niet zo van het geloof maar volgens mij stond er ooit ergens op één van twee grote stenen dat we elkaar dienen te helpen. Heel erg jammer is dat het in de praktijk vaak niet (meer) zo werkt. Veel mensen hebben en zijn onbekende buren. Vooral druk met het verwerven van zoveel mogelijk materieel. Tegen elkaar op. Wie het meeste heeft is de winnaar. Ik ken mijn buren wel. Een jong stel met een heerlijk dochtertje. Noëlle kwam eerder graag bij me langs, maar eigenlijk alleen voor een snoepje en een ijsje. Tegenwoordig krijg ik een dikke kroel en komt ze naast me in de bank zitten. Haar ouders, Peter en Valerie, zijn bijna net zo lief. We staan voor elkaar klaar en dat geeft een fijn gevoel. Zonder de diensten te turven voel ik dat de hulpvaardigheid naar elkaar redelijk in balans is. Een stille afspraak is dat we elkaar, uiteraard, niet gaan betalen voor gedane diensten. Ik hou van die mensen en zij houden van mij en mijn kinderen. Reden genoeg dus. ‘We hebben een verrassing voor je’, zei Valerie zaterdag. Ik merkte dat ik het een beetje eng vond. Ik weet van mezelf dat ik verrassingen moeilijk vind. Sta niet graag in de belangstelling, althans niet ‘live’. Ik wilde de spanning laten bestaan dus speelde het spelletje van, ‘aaah vertel het nou’. Het leuke is dat ze beiden na een uur bijna uit elkaar klapten. Ik kan er dus beter op op wachten dan dat zij het geheim kunnen bewaren. Gisteravond kom ik thuis en staat er een doos op mijn eettafel. Stomverbaasd haal ik er een complete ‘Alias’ crossoutfit uit. ‘Niet meer normaal’ is eigenlijk het stopzinnetje van mijn buurtjes. Vandaag is het de mijne. ‘Niet meer normaal!’

Ik ben er superblij mee. Heel erg bedankt lieverds…

Er rust een zware druk op zijn brede schouders. Velen hadden hun mening klaar over de inmenging van een rosse Amerikaan, die ze al vlug weer bijstelden toen Thailand gereden was. Afgebrand en onmiddellijk weer in ere hersteld. ‘Hij denkt hier even wereldkampioen te worden’ zag ik iemand reageren op een Facebookpost. ‘Dat zou zomaar wel eens kunnen’, dacht ik meteen. Er wordt veel gespeculeerd over de vermeende gedachten en uitspraken van Ryan. Hij zou dit en zou dat ook nog wel even. Hij wordt door menigeen nu alvast uitgelachen voor zijn komende optredens op de zware zandbanen. Ik heb al veel filmpjes gezien en verhaaltjes gelezen, maar nergens vond ik ook maar één stoere uitspraak van een opscheppende Villopoto. Dat hij het even gezien heeft in de States snap ik nog wel. Dat hij zich wil meten met de rest van de wereld is ook niet meer als normaal. Als je zo waanzinnig hard kunt rijden wil je toch weten waar je staat op wereldniveau? Natuurlijk is er veel geld gemoeid met het verschepen en verblijf van RV en zijn familie. Uiteindelijk voor de betaler maar een schijntje als je kijkt wat het hele spektakel op gaat brengen. Heel Amerika kijkt ineens mee waardoor ‘Lucas Loco’ diep in de buidel heeft gegraaid om zijn spotje meteen na de race voorbij te laten komen. Ik vind het zelf een enorme opwaardering voor de MXGP competitie. Amerika hoort tenslotte ook bij de wereld. Hij maakt ondanks alle dwaze commotie toch een zekere indruk. Hij heeft redelijk wat te verliezen maar ook nog veel te winnen. Wat hij voor mij al gewonnen heeft is respect. Respect voor het lef en de kracht om te kunnen presteren onder toeziend oog van de wereld.

 

Als ik ergens een hekel aan heb is het wel aan commentatoren. Heel vaak zijn het namelijk mannen of vrouwen die nooit de betreffende sport beoefend hebben of ex topsporters die niet kunnen praten. Jammer altijd. Vaak wordt er zo ver afgeweken van een onderwerp dat er in de tussentijd alweer drie keer van kop is gewisseld. Irritant en vooral jammer. Lang geleden hoorde ik iemand zeggen dat hij de kopman zag zwaaien naar de tribune, terwijl hij in werkelijkheid een ‘flipper’ van zijn bril trok. ‘Als je niks weet, zeg dan niks,’ denk ik dan. Vandaag de GP in Qatar gekeken. Na een tijdje wedstrijd deed Joël Roelants zijn intrede als commentator. Hij begon voorzichtig. Al snel viel hij met zijn gebruikelijke zelfspot volledig in zijn rol en dat deed me goed. Wetende wat hij achter de rug heeft en hoe sterk hij zich handhaaft in zijn zwaar aangepaste ‘levensvervolg’ heb ik daar diep respect voor. Vorig jaar nog maar reed hij daar zelf zijn rondjes. Het is geen typetje wat hij aangenomen heeft. Joël is Joël. Een kerel met een karakter, zo groot, dat het amper in zijn eigen lichaam past. Hij weet waarover hij praat. Weet wat de rijders meemaken en moeten doorstaan. Ik heb er van genoten vandaag. Joëls eerste van vele mag ik hopen.

Bedankt Joël. Geen beker vandaag maar wel een eerste plaats!

Sinds een tijdje schrijf ik over de cross. Ooit reed ik zelf. Eerst met een emmerdeksel voor op mijn fiets. Roger de Coster was ik toen. Na veel nieuwe wielen en voorvorken kwam er een brommertje. Een met zilveren latex gepimpte Kreidler. Een handschakeling die omgebouwd was naar de voet.  Hobbymatig reed ik mijn rondjes in West Brabant en Zeeland. Motoren volgden en volgens mijn prognoses toen zou ik nu een keer of vijf wereldkampioen moeten zijn geweest. Dat is niet gelukt maar het plezier was er niet minder om. Na er jaren uit te zijn geweest zit ik er ineens weer middenin. Genietend als nooit tevoren rijd ik zelf nog wat rondjes, samen met mijn zoontje. De verhaaltjes werden columns en de ‘leuke reacties’ werden er met respect. Dankbaar ben ik hiervoor. Dat respect zet me in ieder geval aan tot meer en mooier. Vandaar dat ik heb besloten te proberen dit jaar de ONK’s te volgen en er mooie verslagen van te schrijven. Geen ‘simpel’ raceverslag met uitslagen en puntenverdeling. Een overzicht van zo’n mooie motorsportdag van het begin tot het eind. Een nabeleving met sfeer. Dat is de bedoeling en daar ga ik me sterk voor maken. 15 maart naar Gemert. Heb er zin in!!

Ze staan er altijd. De geliefden achter en naast de toppers. Op welk niveau dan ook, er is altijd de broodnodige steun. Fysiek of mentaal, ze zijn er gewoon. Het is een keuze die je maakt als blijkt dat het talent van je partner hoog boven het middelmatige blijkt te liggen. In een serie van 6 belicht ik enkele partners van ‘crossers op niveau.’

Yentl Haazen (Strijbos) en Sabrina Chittaro (Nagl).

Dikke vriendinnen zijn  het. ‘Vrijwel meteen was er een klik’, aldus Yentl. ‘Je voelt snel dat er veel dingen overeenkomen. Het maffe is dat onze mannen ook vrijwel gelijke karakters hebben. Dat maakt het fijn en erg gemakkelijk om met elkaar op te trekken. De van oorsprong Duitse Sabrina leerde Max (Nagl) al op jeugdige leeftijd kennen. Liefde op het eerste gezicht, net als bij Yentl en Kevin.

Een eigen zaak

Ze leven zo’n beetje hetzelfde leven. In dienst van ‘s mans carriere. ‘Ik weet het, het komt slaafs over maar zo voel ik het niet en is het niet.’ Je moet het zien als een eigen zaak die je met z’n tweeën runt. Buiten dat het ooit bij de mannen als hobby startte is het wel ‘gewoon’ hun werk. Alleen in 100 procent goede doen kun je een maximale topprestatie neerzetten. Als rijder en als team. Natuurlijk is het niet altijd eenvoudig. Als ze in een wedstrijdweekend geconcentreerd rondlopen is het niet handig een prive probleem met een eventuele bijbehorende discussie op de campertafel te gooien. ‘Not done’ dus. In een ‘normale’ relatie klap je het er gelijk uit maar dat gaat niet. Ze wisten dat ze een niet alledaags leven tegemoet zouden gaan, maar de liefde voor elkaar maakt dat onzichtbaar. De dames waren allebei nog erg jong toen ze voor dit leven ‘tekenden’ maar hadden ook al wel hun portie stappen en uitgaan gehad. Twee tot drie keer per week de kroeg in tot de kleine uurtjes met vrienden en vriendinnen. ‘Nee, dat mis ik niet,’ aldus Yentl.  Zeker gaan we nog wel een eens op stap maar dat gaat nu wel heel anders. Sabrina was al wel een beetje ‘crossminded’ voordat ze Max leerde kennen. Haar jongere broer reed bij Max op een redelijk niveau ADAC wedstrijden in ‘hun eigen’ Duitsland. Het was daar waar de vlam oversloeg. Samen met zijn Sabrina is hij groot geworden.

Zoeken naar een baan?

Sabrina was nog zo jong dat ze niet eens de kans kreeg na te denken over haar eigen toekomst. Carriere misschien wel. ‘Ik wilde toen al niets liever dan moeder worden.’ Dat was haar grote droom die onlangs uit mocht komen. ‘Mason’ heet hun grote aanwinst. Net als Yentl deed ik ‘detailhandel’ omdat je daar altijd wel ergens mee terecht kunt. Een speciale richting had ik toen nog niet gekozen. Verkoop is verkoop tenslotte. Zoeken naar een baan? Nee, zover kwam het nooit.

 

 

 

‘Alles is nog mogelijk’

Ook Yentl rondde haar opleiding netjes af. ‘Als ik niet met Kevin samen was gekomen had ik nu wel een kledingwinkel gehad denk ik. Da’s wel mijn passie. Het lijkt me ook geweldig passende creaties uit te zoeken voor iemand. Combineren en zo. ‘De mannen zullen niet op dit niveau rijden tot ze 40 zijn’, lacht ze,  ‘dus alles is nog mogelijk.’ Ook zij zou zich graag in het moederschap storten. ‘Daar hebben we het zeker al over gehad,’ zegt ze omhoogkijkend en ziet het al helemaal voor zich. ‘Onze tijd komt wel’

‘Eigen wereld’

Niet alle teams werken op dezelfde wijze. In het team van Max hoeft Sabrina qua eten niets te verzorgen. ‘Dat zit in het pakket,’lacht ze in heel behoorlijk Nederlands. Wel zorgt ze voor alle andere dingen. De kleding, helm, laarzen en brillen liggen en staan klaar voor gebruik. Steun in de verbale zin heeft Max niet vaak nodig. In zijn ‘eigen wereld’ heeft hij vooral en alleen behoefte aan zichzelf en de ‘teamgenoten.’

‘Lekker rustig, net als thuis’

Ook Yentl weet precies wat klaar moet liggen en op welke momenten. Laatst wilde Kevin een snelle stop maken om van bril te wisselen. Hij twijfelde en wachtte nog eens twee ronden alvorens er uit te komen. ‘Hij was bang dat ik er niet zou staan met zijn bril.’ Na de wedstrijd zei hij dat het stom was. ‘Je staat er altijd,’gaf hij toe. In het Suzuki kamp eten wel ze apart. Yentl kookt altijd voor zichzelf en Kevin. Ze vindt het niet erg, integendeel. ‘We eten dan lekker samen en kletsen nog wat.’ Kevin is van nature al geen druk mannetje dus die momenten zijn erg relaxed voor beiden. ‘Lekker rustig, net als thuis.’

Beide dames zijn erg tevreden met hun huidige leven. Genieten van elk moment en vaak misschien nog wel intenser dan menig ander. Ze hebben zin in het komende WK. Dat Villopoto komt vinden ze prachtig. Het wordt alleen maar een mooiere strijd op deze manier. ‘Onze mannen zijn toch al kampioen. Altijd al geweest en voor de rest van de tijd.’

Mooie woorden om afscheid te nemen. Bedankt voor jullie tijd dames, en veel geluk!

Sinds Piet en John afscheid namen van MC Rilland heb ik al een paar keer nagedacht over het fenomeen vrijwilliger. Hoeveel mensen zijn er nog die zich, geheel belangeloos, inzetten voor hun medemens. ‘Gewoon’ om te zorgen dat een ander het goed of leuk heeft. Als ik dan bedenk hoe John leeft, of eigenlijk leven moet na zijn ongeluk. Als ik dan bedenk hoe je daar als ouders mee om moet gaan. De zorg en de zorgen. Altijd, elk moment van de dag. Al die jaren stond hij er wel. Piet ‘De Poortwachter.’ Als het even kon was John erbij. Genietend vanuit de bus. Velen wisten niet eens dat John de website onderhield en welke moeite hij daar voor moest doen. Ik heb veel respect voor vrijwilligers in het algemeen, welk doel ze dan ook dienen. Het zijn altijd mensen met een goed hart, want alleen zij kunnen zoiets opbrengen. Een voorbeeld voor veel anderen.

Daarom: Piet en John, bedankt voor de jaren. Geniet van de rust nu want dat hebben jullie dik verdiend! Hulde!!

Wat is dat nou, ‘crossen.’

In tegenstelling tot mijn natuur ben ik een kwartier te vroeg. Desondanks word ik hartelijk ontvangen door  Vader van Berkel. Zelf ooit fervent hobbycrosser. Het niveau waarop hij indertijd ook weer gestopt is. De crossgenen van Lars zouden dus wel eens van vader Harry kunnen komen. Het gezin van Berkel bestaat, buiten de ouders, uit twee dochters en een zoon. Een van de dames huist momenteel in Parijs waar ze met groot succes volleybalt in de Franse competitie. De andere dochter werkt in ons eigen landje met veel succes een  volleybalcompetitie af. Zij kregen beide hun sportgenen mee van hun moeder die actief stopte toen het eerste kind zich aandiende.

Lars komt, samen met zijn moeder, binnen met een doos boodschappen. Het is een vrolijke, uitbundige jongen. Ondanks dat hij een voorbeeldig student was en nog steeds is heeft hij toch wel last gehad op school. Niet echt gepest, maar hij week duidelijk af van de voornamelijk voetballende rest. ‘Wat is dat nou, crossen?’ Jaloezie kan net zo gemeen zijn als pesten voor een kind. ‘Ik ben absoluut geen teamsporter.’ Dan wijk je al snel af van een hele grote groep.

‘Wanneer krijg ik een motor?’

Het crossvirus van Lars kwam al in een heel vroeg stadium naar buiten. Zijn eerste drie woordjes waren dan ook: ‘Papa, mama en motor. ’ We hebben onszelf heel vaak afgevraagd waar hij dat vandaan had.’ Iedere avond, als zijn moeder hem instopte, kwam hij met dezelfde vraag: ‘Wanneer krijg ik een motor?’ Dit heeft hij volgehouden tot uiteindelijk pas op zijn twaalfde deze wens in vervulling ging. In de tussenliggende periode was Lars een begenadigd BMX er. Dat talent uitte zich in een waar wereldkampioenschap. De belofte was gemaakt: ‘Als je kampioen wordt krijg je een crossmotor’, had zijn vader jaren eerder beloofd. Lars lacht. ‘Toen ik op dat podium stond dacht ik maar aan één ding: ‘Nu krijg ik een motor.’ Nog  8 verschrikkelijk lange weken moest hij wachten op zijn stalen droom. ‘Ik werd bijna gek. Daar wachtte ik al negen jaar op.’  Moeder geeft aan dat er natuurlijk nog twee kinderen zijn waar ze rekening mee dienden te houden. ‘Gullie hed ’t altijd mar over geld’, lacht Lars, maar beseft terdege dat er hard gewerkt moet worden voor iedere euro die uitgegeven wordt. Zijn dankbaarheid is duidelijk te zien.

Aanstormend talent

Zijn ouders vonden het zonde om de BMX meteen aan de alom bekende wilgen te hangen dus deed Lars het opvolgende jaar beide. Met zijn crossfiets werd hij dat jaar kampioen van Nederland en tweede in het EK. Op zijn motor sloot hij zijn MON seizoen netjes en boven verwachting af met een prachtige derde plaats. Alsnog ging de fiets de bomen in en hij stortte zich helemaal op het crossleven. Dat ging snel en goed waardoor hij opgemerkt werd door Jan van Hastenberg en Kay Hennekes. Al vlug werd hij ingelijfd en begeleid om hem naar een hoger niveau te brengen. Als aanstormend talent reed hij zich flink in de kijker. Met volle overgave deed hij wat er van hem verlangd werd en dat begon langzaam maar zeker zijn vruchten af te werpen.

Blessureleed

Dat hij talent heeft werd nog maar eens duidelijk bevestigd in Hawkstone Park. Hier reed hij zich goed in de kijker door de superfinale met een prachtige derde plaats af te sluiten. Drie weken later ging het vreselijk mis. Na een harde crash blesseerde hij zijn schouder dermate ernstig dat hij een dikke twee maanden heeft moeten laten schieten. ‘Dan begin je het seizoen al weer met een achterstand natuurlijk’, aldus een bedenkelijk kijkende Lars. Toch wist hij ijzersterk terug te komen.

Einde van een droom

Uitkijkend naar de rest van de komende wedstrijden werd het seizoen halverwege rigoreus afgekapt. Het team werd opgedoekt en Lars viel in een diep gat. Einde van een droom. Zowel mentaal als materieel zat hij aan de grond. Geen motoren meer en ook geen vooruitzicht waar hij zich aan op kon trekken. Die verslagenheid werd opgemerkt door goede vriend Mario Beekveld. Uit pure vriendschap stelde hij een dikke tweetakt ter beschikking waardoor Lars in ieder geval kon blijven rijden. Dat Lars kan crossen wist iedereen en het bleek al snel dat deze jongen gewoon op een motor hoort te zitten. Het resterende seizoen reed hij de open MON kampioenschappen mee waar hij met grote overmacht verschillende wedstrijden op zijn naam schreef.  ‘Met alle respect voor de MON, maar iedereen zag wel dat ik daar niet thuishoorde’, zegt Lars trots. ‘Gek genoeg is met zoveel afstand winnen op een gegeven moment niet meer leuk.’ Ondanks alle tegenslagen wist hij het onheilspellende jaar toch nog af te sluiten met een 7e plaats in het ONK en 16 GP punten.

HNHF-Kawasaki Team

Zijn prestaties werden in ieder geval wel opgemerkt door Harry Nolte die hem vroeg eens te komen praten. In die tussentijd waren er ook al gesprekken gaande met KTM Nederland voor een gedeeltelijke sponsoring. Harry kent Lars al een lange tijd en kent als geen ander de drive en inzet van de jonge crosser uit Veghel. Uiteindelijk deed hij hem een aanbod wat hij niet af kon slaan en Lars tekende. Zo werd het nieuwe team van Harry Nolte en Harry Fase geboren. Het HNR-F&H Crone-Kawasaki Team heeft inmiddels al uitgebreid getest en getraind in o.a.Spanje. Zelfs toen hij daar jarig was wilde Lars niet terugkomen. ‘Wat moet ik nu in Nederland doen mam?’

Lars heeft prioriteiten gesteld. Dit wordt zijn seizoen, dat is zeker. Het beste ooit.

Alles is klaar en klopt. De Kawasaki lag hem al meteen vanaf de eerste testrit en de conditie is meer dan op peil.

Het bruist weer in Veghel…

Benieuwd naar Lars in 2015? Volg dan zijn persoonlijke maandelijkse column in Noppennieuws.

We gaan niet meer zo hard als vroeger. We denken aan morgen en alles wat we thuis hebben opgebouwd. Inclusief kinderen. Ooit waren we kampioen of deden lekker mee. Nu genieten we van de momenten. Zon of regen, het maakt niet uit. We zijn weg, een hele volle dag. De telefoon gaat in het dashbordkastje tot de avond valt. Misschien nog even een fotootje posten op Facebook om het thuisfront te laten zien dat we het leuk hebben. Heel leuk. We blijven de crosskinderen van toen. Zolang de portemonnee en de gezondheid het toelaat zitten we op de cross. Niets is te vergelijken.Niet crossers begrijpen het niet. Begrijpelijk. Ik dank mijn vader nog steeds voor het meeslepen naar de cross. De ongevraagde infectie.

Geef het door, zegt het voort en verspreid…