Rustig en bedeesd zit hij naast me aan tafel bij Rolf Verhagen van Moto-Master. Petje op, bakkie koffie. Harrie van Hout. Geen druktemaker. Zeker niet. Uiterlijke schijn moet wel een beetje bedriegen want als Team manager van een drukbezet GPMXteam zal je toch je mannetje moeten staan. Met rijders als Tixier, Ferrandis, Covington en Petrov heb je toch een behoorlijk ‘gezin’ te begeleiden. Een beetje wetende waar zijn roots liggen ben ik eigenlijk wel benieuwd naar zijn leven. Ergens binnenkomen is één. Jezelf bewijzen is een tweede. Als ik merk dat hij verder moet geef ik mezelf een duw in de rug. Op de vraag of hij openstaat voor een ‘columndate’ antwoordt hij meteen en volmondig ja. Zo groot als ik dacht dat de crosswereld was, zo klein is hij dan ineens. Zojuist de afspraak vast mogen leggen voor volgende week.

Harrie bedankt alvast.

Charistmatisch ingenieur
‘Dat kan ik zelf ook wel’ moet Gaston Veron gedacht hebben. Met een simpele kolomboormachine maakte hij midden 90er jaren zijn eerste ‘handmade’ remschijf. Als je stukken aan je motor hebt en geld een issue is komt het zover. Wat volgde was dat er 4 jaar later een heus remschijvenfabriekje ontwaarde in het landschap van het Brabantse Bladel. Het liep uit de zogeheten ‘klauwen’. De ‘charistmatische ingenieur’ Gaston wist zijn visie over te brengen op zijn omgeving en zijn doorzettingsvermogen bracht de uiteindelijke omzet. Zakenpartner Albert  Katgerman nam het commerciële gedeelte voor zijn rekening en zo werd het bedrijf uitgebouwd. Na een omzwerving in Reusel verhuisde Moto-Master in 2005 naar een groter pand in Bladel.  Enige tijd later na het vertrek van Albert Katgerman werd Rolf Verhagen aangetrokken.

Dé aangewezen persoon
Rolf was in die tijd zelf een verwoed hobby crosser. Niet op het niveau van de mega getalenteerde jongens die hij nu ondersteunt, maar toch. Hij deed het graag. Motoren zijn eigenlijk altijd zijn passie geweest. Zoals bij velen wel het geval is waren Rolfs ouders totaal geen ‘motormensen’.  Afkomstig uit de driehoek Lommel, Eersel en Valkenswaard toch wel een beetje het centrum van de Nederlandse  motorcross,  had hij al jaren de race en crossgeur van de opgestookte olie opgesnoven. Hij wist niet beter en zag niet anders. Ook zoals bij zovelen kwam ‘het leven’ op zijn pad. Na zijn keuze voor vrouw en kinderen werd de motor ingeruild voor een mooie fotocamera. Fotograferen was stiekem altijd al een stille tweede passie. Zijn positief afwijkende fotografische blik bleef echter niet onopgemerkt. Op een hele mooie en vooral dankbare dag kwam hij in contact met Jacky Martens die hem een part time baan aanbood. In die tijd hadden de teams nog hun eigen PR mannen en vrouwen rondlopen. Rolf mocht al het benodigde fotomateriaal schieten en daarnaast alle PR verzorgen voor het succesvolle team (JM Racing MX3). Naast het PR werk voor Jacky Martens zocht Rolf stilzwijgend beroepsmatig een nieuwe uitdaging. Precies op dat moment kwam hij in contact met Moto Master. Door de jaren heen had hij bij JMRacing een groot netwerk opgebouwd. Verons bedrijf groeide gestaag en aangezien Rolf inmiddels over alle mogelijke commerciële papieren beschikte bleek hij tezamen met zijn zakelijke talenten de aangewezen persoon ‘to do the job’.

Een ‘stervend’ Moto-Master
Op het moment dat Gaston andere plannen aan het maken was zette hij zijn ‘kindje’ in de etalage. Hij  was tenslotte een ondernemer en echte ondernemers blijven ondernemen. Zo zit dat. Een overname volgde niet veel later. Rolf Verhagen (inmiddels sales director) verhuisde mee zoals ook de rest van het personeel. Helaas bezat de nieuwe eigenaar niet de ‘skills’ van Gaston om de zorgvuldig opgebouwde ‘goodwill’ van Rolf op de vertrouwde manier te bedienen. Een gevolg van het jammere beleid was dat het mooie bedrijf al snel in de financiele problemen kwam en een faillissement nabij was. Twee toeleveranciers van het ‘stervende’ Moto-Master: Eduard Nolde van Nolde B.V. en Rene Geerts van Reny Lasertechniek, sloegen de handen ineen en namen het noodlijdende bedrijf over. ‘Moto-Master Europe’ was herboren. Voorwaarde van de twee nieuwe eigenaren was wel dat ‘kopstuk’ Verhagen terug zou komen als bedrijfsleider. Onder deze nieuwe vlag wilde Rolf graag terugkeren en hij vroeg meteen twee verloren ‘techneuten’ ook weer terug te komen naar het vertrouwde ‘nest’. De mannen werkten graag voor Rolf en zo werd het oude concept nieuw leven in geblazen. Wat volgde is eigenlijk wel een succesverhaal te noemen.

Bloed, zweet en tranen
De schijven werden tot in finesse doorontwikkeld tot ze zich op verschillende punten konden onderscheiden van de marktleiders op dat moment. Dat remmen zeker zo belangrijk is als gasgeven weten we allemaal. In de (weg)Race, Motorcross en Supermotard scene ligt dan ook de grootste omzet van het prachtige bedrijf.  In die ‘scene’ worden meer races gewonnen als verloren door een juiste remdosering. In Bladel staat nu een prachtig pand. Het zand onder de fundering is nog nat van het bloed, zweet en de tranen die er vloeiden. De door een noodlottig ongeval veel te vroeg overleden Gaston bouwde het welhaast eigenhandig op, naast het runnen van zijn ‘remmenparadijs’. Een eigenzinnige eenling in alles wat hij ondernam.

‘Flametip’
Op de begane grond bevindt zich het magazijn. Daar worden de gelaserde en gestansde schijven gepolijst en voorzien van het binnenwerk. Ook worden er het ‘MM’ logo en diverse typenummers in verwerkt. Meer dan 1100 verschillende modellen schijven liggen er, netjes verpakt, in de schappen. Dozen vol. Dozen in kisten met bestemmingen als: Brazilië, Australië, Amerika en Engeland, om er maar een paar te noemen. In  Amerika wordt een groot deel van de toppers voorzien van het oerHollandse ‘Brake System’. De mannen zweren erbij. Door de unieke ‘flametip’ vormgeving is er altijd een zelfde, constante druk van blok op schijf. Een zorgvuldig uitgekiende gat- en sleufverdeling zorgt voor de meest optimale remresultaten. ‘Ze vragen er zelf om’, zegt Rolf trots. ‘Dat zegt toch wel iets’. KTM USA Teambaas Roger de Coster is overtuigd van de meerwaarde die het Nederlandse produkt de rijders en daarmee de motoren  geeft. ‘Geweldig toch?’. Het namaken van het ‘flametip’ concept is niet makkelijk. Doordat de produktie met een zeer geavanceerde laser geschiedt is een ‘eenvoudig’ stansbedrijf niet zomaar in staat dit te kopieëren. Ook hebben de ‘Moto Masters’ een geheim procedé ontwikkeld in de afwerking van de glimmende schijven. ‘Da’s het geheim van de alom bekende smid’, lacht Rolf. Kers op de taart en daarmee het neusje van de zalm. We zijn uniek. Echt. Met een 3D autocad programma worden de vernieuwingen en veranderingen ingevoerd. Spannend moment zijn ieder jaar weer de veranderingen van de diverse motormodellen. Fabrikanten geven nooit de benodigde, nieuwe gegevens door. Het is niet gebruikelijk omdat Moto Master door hen gezien wordt als concurrent. De schijven zijn natuurlijk een regelrechte tegenhanger van de originele onderdelen van de fabriek zelf. Alleen ‘KTM Oostenrijk’ geeft netjes de aanpassingen door van de nieuwe modellen. Daar werkt Moto-Master dan ook nauw mee samen in het MotorCross- en Rally WK en als KTM Powerparts leverancier. Een strenge voorraadadministrateur en een debiteurenbewaker sluiten de rij van enthousiaste medewerkers. Wonderwel hoeft er niet achter het openstaande geld gejaagd te worden. ‘We zijn streng en consequent’, aldus de ‘man van de centen’.

Een dag is snel voorbij als je het naar je zin hebt. Jammer genoeg. Dankbaar voor zijn vrijgemaakte tijd bedank ik Rolf en neem ik afscheid. Onder mijn arm twee schijven, een milieumat en een set stickers voor mijn zoontje.  Ik kijk nog even om.  Een mooi bedrijf met mooie mensen. Een mooi verhaal…

De zon schijnt fel in mijn donkere brilleglas. Ik geniet van de vrijheid die mijn motor me geeft. Als ik een viaduct nader stuur ik de grasberm in. Net voor de vangrail begint duik ik naar beneden. Het is wel een sloot maar zonder water. Ik kijk naar boven en zie, door mijn snelheid, de grasheuvel snel groter worden. Er loopt helemaal bovenaan het viaduct een vangrail dwars. Benieuwd of ik het topje al dan niet zal raken ga ik ervoor. Ik voel bij het loskomen een klein tikje tegen mijn achterwiel maar het brengt me niet uit balans. Even zweef ik in alle rust door de warme lucht, over het asfalt om vervolgens weer netjes in de glooïng aan de andere kant neer te komen. Het gaat dus wel, zoals ik al verwachtte. Een stukje verder rij ik langs een aspergeperceel. Ik vraag me af wat er zal gebeuren als ik dwars, volle bak, het veld oversteek. Ik draai af en trek mijn motor over de sloot die ervoor ligt. Ik schakel op tot ik op volle snelheid ben. Alleen mijn achterwiel raakt de topjes van de bedding. Als ik aan de overkant ben keer ik en rij dezelfde weg terug. Ik doe de rit nog eens dunnetjes over. Mijn voorwiel raakt misschien twee keer de grond voordat ik weer via de aangrenzende sloot terug de snelweg op schiet. Een waanzinnige kick gaat door mijn lijf. Enkele gestopte automobilisten staan verbaasd aan de kant te kijken. Ik trek een wheelie, doorschakelend naar 4 en kijk om. Alleen een modderspoor en wat verdwaasde toeschouwers zijn getuige. Eentje wijst naar zijn voorhoofd. ‘Wist je maar hoe het voelt’ denk ik nog en zet m’n machine weer aan de grond. Als ik bijna thuis ben wil ik het laatste stukje binnendoor. Ik draai de snelweg af en zie naast me een dieper gelegen grasveld. Vanuit het veld loopt het omhoog naar de verharde weg. Omdat het in een bocht ligt is er onbedoeld een mega grote kombocht ontstaan. Ik rij nog een stukje verder en draai dan om. Ik schakel door tot 3 en zwenk het gras op. Ik duik naar beneden en schakel door naar 4. De kom is zo perfect dat ik er zonder problemen vol gas doorheen kan. Ik voel me een steile wand rijder en geniet. Schuim op m’n mond.

Thuisgekomen parkeer mijn bus voor het huis. Ik doe de garage open en kijk nog even naar m’n motor. Morgen nog een dagje en dan mogen we weer. Crossers crossen altijd. Iedere dag…

‘Laad jij de bus in?’, vraagt mijn vader onnodig. Natuurlijk doe ik dat, altijd en erg graag. Aangezien er buiten mijn crosswereldje niet zo veel meer bestaat. Het mooiste in mijn leven. Hij geeft me de mogelijkheid en daar ben ik hem erg dankbaar voor. Hij weet het. Mijn vader is een Feyenoorder, ‘geen woorden maar daden’. Ik loop voor de zekerheid altijd mijn lichaam langs om niks te vergeten. Sokken, laarzen, kniebeschermers, niergordel, broek 2x shirt, handschoenen, helm en bril. Ook de benzine is cruciaal. Ik gooi de achterdeuren van de bus dicht en sluit ook de deuren van de schuur. Als we op de cross aankomen open ik de bus weer en schrik hevig. Alles staat er in. Alles behalve mijn motor. Ik begrijp er niks van. Hoe kan ik die nu vergeten zijn. Mijn vader staat diep teleurgesteld en niet begrijpend naar me te kijken. ‘Hoe kun je dat nu vergeten’, zegt hij zonder zijn mond te openen. Ik lees vanalles in zijn staalblauwe ogen. Niet goed. Ik word bijna niet goed. We zijn er nu en ik kan niet anders doen dan mezelf aan kleden. Waarom weet ik eigenlijk niet. Eenmaal aangekleed worden we al door de speaker gemaand naar het starthek te komen. Zenuwachtig loop ik naar het ‘parc fermé’ en ga tussen de motoren staan. Ik moet meedoen, hoe dan ook. Ik sta voor het starthek en als het valt sprint ik mee. Natuurlijk houd ik de jankende motoren niet bij maar ik probeer het toch. Mijn vader staat te kijken. Ik weet niet wat hij er van vindt maar ik wil hem gewoon niet teleurstellen. Hij doet al zoveel voor me. Schuldig voel ik me, heel erg. Ik ren over de baan met mijn zware laarzen. Bijna niet te doen. Heuvel op, heuvel af. Het zweet loopt door het schuimrubber van mijn bril in mijn ogen. Ik moet door, ik moet… Ineens schijnt er een fel licht in mijn ogen. Door de spleetjes heen zie ik mijn vader staan. ‘Laad jij de bus in?’, vraag hij me onnodig. Natuurlijk doe ik dat. Met kippevel op mijn rug stap ik mijn bed uit  en kleed me aan. Terwijl ik naar beneden loop denk ik alleen maar: ‘niks vergeten, vooral niks vergeten…’

De aanmeldingslijst is goed gevuld. Niet te massaal. Gelukkig. Een gemengde groep van jong en ‘wat ouder’ staat virtueel te trappelen. Er is altijd wat te leren, voor iedereen. Je moet het alleen wel toe durven geven. Er open voor staan. Niet iedereen kan dat. Belering komt al snel over als kritiek en dat vinden de meesten niet prettig en vooral moeilijk mee om te gaan. Vandaag gaat het anders. Op school gaat het vaak met dikke tegenzin. Op het circuit zitten ze vooraan in de klas en hangen aan de lippen van de docent. Motorcross is namelijk erg vet en daarbij is het grootste deel van de groep van plan in de voetsporen van Jeffrey Herlings of een andere held te treden. Een droom die je mag hebben. Moet bijna. De drive is er in ieder geval. De ‘crossclinic’ vandaag is georganiseerd door Frank Rottier, Mark Boot en niemand minder dan Mike Kras, in samenwerking met MC Rilland. Het prachtige circuit leent zich uitstekend voor een MX training. MC Rilland heeft de beschikking over een circuit waarin zich alle elementen bevinden. Een lekker zandgedeelte met daarin wat ‘normale’ schansen en een paar ‘sociale tafels’ Tafels waarvoor ikzelf niet eens grote risico’s hoef te nemen. ‘Lekker even zweven’. Halverwege de baan gaat het over in een hard, bijna buitenlands, kleigedeelte. De leergierigen zijn verdeeld in drie groepen. Middels drie sessies komen ze elke trainer een keer tegen.

Ik loop mee met de groep van mijn zoontje richting Frank Rottier. Als een bezorgde vader spreekt hij de jongens en het enige meisje toe. Zijn luide boodschappen doordringen de dikke crosshelmen zichtbaar. Geconcentreerd voeren de jongelingen de opdrachten uit. Eén voor één worden ze naar de kant gehaald voor wat persoonlijk ‘schaafwerk’. Gewillig absorberen ze de overheerlijke lesstof. ‘Staand, licht remmend op de bocht aan, de wal insturen, zitten en het gas erop. Het lukt niet altijd maar ze proberen wel. Mooi.

De tweede sessie wordt door Mark Boot gegeven. Normaal is Mark in mijn ogen niet zo’n drukke prater. Hier gaat hij duidelijk los. Het is duidelijk dat als je weet waar je over praat, alles goed en zonder haperen over te brengen is. Op het ‘Franse’ gedeelte van de baan geeft hij aan dat een buitenbocht vaak niet de beste en snelste optie hoeft te zijn. Met pylonen dwingt hij z’n leerlingen naar de vervelende, ‘walontbrekende’, binnenkant. Op aanvraag van diverse rijders sluit hij de sessie af met een korte starttraining. ‘Met een goeie start bepaal je de helft van de uitslag’. Zo is het ook.

Het derde deel neemt Mike Kras voor zijn rekening. Ook Mike kan verbaal goed uit de voeten. Gewillig worden de aangegeven lijnen gevolgd. ‘In het bochtenwerk kan nog veel progressie worden geboekt’, zo vindt Mike. Zonder het te beseffen verliezen ze daar meer tijd dan nodig is. Springen leren ze vanzelf’.  Allemaal wijze woorden van de drie door de wol geverfde ‘crossverslaafden’. Na de training is de baan weer open voor iedereen en wordt op eigen initiatief de lesstof nog eens goed doorgenomen.

Mijn zoon heeft veel geleerd, zo zegt hij zelf. Wat ik heb gezien is dat hij vooral heeft genoten. Veel en intens. Ik liet hem laatst een filmpje zien van zijn allereerste meters op een naburig veldje, nog geen jaar geleden. Hij moest er om lachen. Ze leren snel en groeien hard. Als wij zorgen voor de juiste spiegels komt het wel goed.

Heren van 2toRide bedankt en zeker tot de volgende keer!

De man die ervoor zorgde dat ik in Valkenswaard zo heb mogen genieten heeft me zojuist uitgenodigd voor een ‘columndate’. Eerst een kijkje in de fabriek van ‘Moto Master Brake Systems’. Daarna ga ik er achter proberen te komen hoe het allemaal ontstaan is en wat de plannen voor de toekomst zijn. Spannend!

Rolf Verhagen, bedankt!

 

Dat ik een zwak heb voor de jeugd moge duidelijk zijn inmiddels. Natuurlijk in eerste instantie, en als grootste, het zwak voor mijn eigen kroost. Dan volgt mijn kleine buurmeisje en een hele rits aan vriendjes van mijn kinderen. Prachtig om te zien hoe ze zich een weg banen door de obstakels van het leven. Ook in de sport heb ik dezelfde zwakte. Een crossende en een voetballende zoon. Een hiphoppende dochter. Zij doen mijn hart al sneller slaan.

Er is een klein crossmanneke waar ik ook een warm gevoel van krijg. Samen met zijn ouders en zusje Jacky zwerft Mack Bouwense Europa rond. Na het behalen van het Nederlandse kampioenschap in de 85cc kleine wielen strijdt hij nu mee in de grotere versie. De groei zit er duidelijk in. Niet alleen in de motormaat maar zeker ook in zijn rijkunsten. Mack is al behoorlijk gekend in de crosswereld. Desondanks wordt het voor het gezin Bouwense steeds moeilijker de groei te bekostigen. Zodra het niveau omhoog gaat stijgen ook langs alle kanten de kosten. Velen kwamen daar al achter. Harder rijden betekent automatisch snellere slijtage. Ook het reizen naar de verschillende (buitenlandse) circuits loopt in de alom bekende papieren. Jammer dat de crosssport een hevig mindere populairiteit geniet dan bijvoorbeeld het voetballen. Daar waar vaak, onnodig grof, met geld gesmeten wordt. Mack wilde graag op Europees niveau groeien. Niet perse alle wedstrijden maar toch wel het grootste deel. Daar leer je natuurlijk veel van en dat is wat hij wil. Leren.

Dankzij Heli Motors en natuurlijk Honda ging onlangs zijn langgekoesterde droom in vervulling. Mack heeft nu de beschikking over een heuse Honda 150 viertakt. Hij zal alle zes wedstrijden van dit Europese MX150 kampioenschap meerijden. Italië en Engeland zijn inmiddels verreden waar Mack al erg veel van opgestoken heeft. Hij rijdt met zijn koppie. ‘Dan zul je het verste komen en ‘t het langste vol houden’, aldus een wijze Mack. Hij neemt zeker geen onnodige risico’s, ook al kost dat soms nog wel eens een paar plekjes. Mack is nog jong en zoals het er nu uitziet heeft hij nog wel even te gaan. Ik blijf hem volgen. Op gepaste afstand uiteraard…

Nadat ik me jaren wat minder met de motorcross had bemoeid kwam ik een jaar of twee geleden Nicky van Wordragen tegen. Ik had haar nog nooit zien rijden maar was redelijk onder de indruk van haar prestaties. Zo hard heb ik nooit gereden.

Steeds vaker zag en zie ik crossende dames passeren. Natuurlijk is er, zoals bij de mannen, ook veel niveauverschil in de prestaties. Als ik dan zo rondkijk vind ik het toch wel een welkome aanvulling op de, voor mij, mooiste sport ter wereld. In veel andere sporten zie je het ook steeds vaker. Op de baan moet je de verschillen halen uit de wapperende haren vanonder de helm of de iets sierlijkere stijl van rijden. Bij twijfel herken je ze vaak nog aan de roze accenten op de motor en kleding. Crossmannen zijn en blijven kerels. Boeren soms. Buiten de baan met bemodderd gezicht, shirtje, joggingbroek en petje. Een enkeling maakt er werk van. Aan de crossende dames kun je vaak niet zien dat ze net twintig minuten door de bagger hebben getijgerd. Mooi vind ik dat. Dat zijn de mooie accenten dan weer in het met mannen bezaaide rennerskwartier. Een paar maanden geleden had ik een gesprek met Genette Vage. Als je haar dan ziet zitten. Tenger ding met zorgvuldig gelakte nageltjes en ‘gemake-upt’ gezichtje zou je niet geloven waartoe ze in staat is. Bizar eigenlijk. Nadat ik afgelopen weekend bijna de hele tweede manche achter Annegreet van der Weele heb gereden zonder er voorbij te kunnen kom ik Nancy van de Ven ineens tegen bij de frietwagen. Als ik haar feliciteer met haar eerste podiumplaats lacht ze verlegen. Ze bedankt me netjes en gaat vervolgens wat chillen met vriendinnen. Ook dat is Nancy nog steeds. Een meisje. Nancy is voor mij een voorbeeld. Niet alleen voor de meiden, maar zeker ook voor menig getestosteronneerde ‘crosskerel’. Ook met haar heb ik een tijdje geleden een gesprek mogen hebben. Als ik dan hoor wat zij ervoor doet om haar zelfgestelde doel te bereiken neem ik drie petten af. De volledige overgave is er één. Het doorzettingsvermogen twee. Als derde viel me haar karakter op. Doordat ze zich ook durft te mengen in het mannengezelschap komt ze (helaas) veel negativiteit tegen. Vaak afkomstig uit jaloezie proberen veel jongens voor haar te eindigen. Ze durft op een ONK gewoon een gooi te doen naar een kwalificatie. ‘Maakt niet uit hoeveelste je wordt, als het maar voor Nancy is’. Jammer. Het doet haar wel groeien naar een hoger level, dat is zeker en daar doet ze het voor. Alleen daarom. Ze crosst niet om jongens een les te willen lezen. Alleen bezig met haar droom. Focus. Ik heb horen vertellen dat ze jaren geleden heeft gezegd: ‘Ik wil wereldkampioen worden’. Toen misschien een stoer gezegde maar het lijkt zeker niet uit de lucht gegrepen. Nancy onziet en ziet af. Elke dag weer en dat vind ik zo mooi. Om de absolute top te kunnen bereiken heb je een combinatie nodig van talent, karakter en natuurlijk een redelijke dosis geluk. De eerste twee zijn zeker aanwezig. Het geluk wens ik haar. Want als iemand het verdient…

 

Ik had er al veel over gehoord. ‘Je moet er een keer geweest zijn’ en ‘Het is de mooiste baan van Nederland’. Omdat ik toch al het plan opgevat had alle ONK’s te bezoeken stond het al in mijn agenda. Iedere keer weer een beetje nerveus. Altijd als het circuit nader doe ik mijn raampje open. Als ik dan in de verte de motoren hoor gaat mijn hart sneller slaan. Buienradar heeft me wat beloofd en aan de hemel te zien gaat ie dat nakomen. Het valt me op dat de mannen aan de kassa vrolijk zijn. Ga er maar staan als crossliefhebber, terwijl het geluid van de eerste trainingsrondjes door het bos galmt. Je moet er inderdaad een keer geweest zijn. Als je het circuit oploopt is het alsof je op een buitenlandse GP bent aanbeland. In de hoge heuvelruggen ligt een pracht van een baan uitgekapt.  Het lijkt er op dat er indertijd bomen voor gerooid zijn. Het past precies allemaal. Ik ben absoluut een natuurliefhebber, maar zou het in deze door de vingers kunnen zien. In gedachten zie ik tussen de bomen en de baan houten chaletjes staan. ‘Vakantie Mxpark Rhenen’. Komt het zien en schrijf je snel in. Vol is vol.

 

‘Gewoon Davy’

Wegdromend komen we via de verschillende Teamtenten het rennerspark inlopen. HNHF Racing, het nieuwe ‘Jimmy Joe’ van Jef Janssen, HSF Logistics en KTM Red Bull zijn de eersten die we tegenkomen. Uiteraard is alles en iedereen aanwezig. Meteen al lopen we Davy Pootjes tegen het lijf. Davy is altijd vriendelijk. Geen arrogantie, geen ‘dikke nek’, gewoon Davy. Geeft netjes en beleefd antwoord, aan iedereen die hem aanspreekt. Alsof hij z’n eerste wedstrijd gaat rijden vandaag. Mooi. Ook Kevin Strijbos en zijn knappe en goedlachse Yentl zijn druk in de weer. Kevin geniet zichtbaar van zijn ‘comeback’ terwijl Yentl zorgt. Mooi team. Bijna worden we aangereden door de ‘kleine’ Mack Bouwense op zijn mounainbike. Mack is overal. Het wordt door zijn ouders, trouwe fans en sponsors mogelijk gemaakt. Zijn zus Jacky altijd bij hem. Ernaast en erachter. Wacht nog maar heel even; Mack komt er aan. Nu ik er dan toch ben wil ik de baan wel zien ook. Even snel de baan rond is voor een 50’r als ik niet zomaar gedaan. Mijn jongens huppelen naar boven. ‘Kom pap, we gaan boven kijken’. Ik wil graag, maar het duurt even. Het is schitterend. Eenmaal boven kijk je uit over een groot deel van de prachtige baan. De rest ervan verdwijnt in de bossen.

‘De grootste man’

In de trainingen wordt er al hard gereden en vooral erg ver gesprongen. Hier zijn geen jongens vandaag, alleen mannen. De grootste man vandaag is misschien wel een meisje. De kleine Shana van der Vlist doet niet onder voor de met testosteron afgevulde mannen. De combinatie doet me een beetje aan Mack denken. Motor te groot of rijder te klein. Het maakt eigenlijk niet uit. Ze hebben de balans duidelijk gevonden en weren zich kranig. Kippevel. Als de tijden gezet zijn hebben we even pauze. Gelukkig zijn we net de baan rond dus kunnen we nog mooi even wat rijders spotten. Ik veeg het schuim van het gezicht van mijn jongens. Wat genieten ze.

 

MX Fotograaf Leon heeft een mooi plekkie gevonden en schiet er lustig op los. Ik heb de neiging bij hem te blijven staan want op de een of andere manier lijken de bevallige mxdames hem vooral niet te ontlopen. Leon doet uiteraard netjes zijn werk. We zoeken een plaats langs de baan waar we het meeste zicht hebben. Dat blijkt nog moeilijk want niet alleen de baan is GP waardig. Ook het massaal opgekomen publiek voldoet welhaast aan die eisen.

Domper van de dag

We zien mooie gevechten. Een oppermachtige Rick Elsinga laat duidelijk zien wat zijn toekomstplannen zijn. De mannen Prado en Mewse geven samen met Natzke weer een show weg terwijl me opvalt dat Cyril Genot en Noud van Kraaij het hoge tempo behoorlijk aankunnen.

In de MX2 valt uiteraard een ontketende Herlings weer erg op tussen de rest van de bovengetalenteerde rijders. Ik heb geen idee op hoeveel procent hij zit van zijn normale en maximale fitheid maar een procent of 80 lijkt al voldoende. Frustrerend bijna. Heb gerust een mening maar het is en blijft een supertalent. Als rijder op zo’n jonge leeftijd al een onvervalste prof en als mens een duidelijke genieter van deze prachtige sport. Een eenling bijna. Het tweede tempo, wat Tonkov aanhoudt, wordt knap gevolgd door Davy Pootjes. Ontspannen en zonder aanwijsbare fouten volgt hij. Net niet krachtig genoeg misschien om de Rus aan te kunnen vallen maar hij is zeker op zijn weg terug. Terug waar hij was en er zeker voorbij. Komt tijd, komt Davy. Grote domper van de dag is voor mij wel de val van Brian Bogers geweest. Hij had er duidelijk zin in tijdens de training en was er meer dan klaar voor. De schouder uit de kom blijkt gelukkig achteraf geen blijvende schade achter te laten. Brian is sterk. ‘He’ll be back’. Net hersteld van zijn gebroken voet had Michael Hool weer pech in de eerste manche. Precies voor mijn neus liep zijn KTM duidelijk hoorbaar ‘aan’. Zoals het in een goed huwelijk hoort voelt hij zijn ‘partner’ precies aan en gooit zijn ‘oranje vriendin’ piepend aan de kant. Precies op tijd. Schade beperkt. Ondanks het: ‘Ik kwam bijna niet boven’ maakt hij het met zijn minder krachtige trainingsmotor meer dan goed met een mooie 13e plaats in de tweede heat. Lars van Berkel deed zijn ding. Nog herstellend van zijn verse sleutelbeenbreuk werkte hij in respectabel tempo zijn rondjes af. Werkend aan, op weg terug.

Afgerekend

In de koningsklasse laat een altijd rustige Kevin Strijbos zien dat hij weer ‘back on track’ is. Een Strijbos in goede vorm hoort nog steeds op het podium thuis. Afgerekend met iedereen die zijn of haar twijfels had. Nick Triest liet in de trainingen al zien nog steeds op niveau mee te kunnen doen. Respect! Ook respect voor CKK. Vooral toen ik achteraf een foto zag van de duim waarmee hij zijn races afwerkte.

‘Man of the day’

Man van de dag is zonder twijfel Lars Berkelaar. Bouwend aan een gouden toekomst als MX piloot reed Lars omgerekend zo’n 26 km. rond de baan. Geconcentreerd werkte hij zijn rondjes af zonder noemenswaardige fouten of valpartijen. Voor sommigen misschien een nieuwe naam maar één ding is zeker en duidelijk. Hier gaan we nog meer van horen.

Waarom Assen?

Een dag als deze duurt altijd te kort. Voor een toeschouwer als ikzelf was het allemaal weer perfect geregeld. Mijn kinderen komen hier nooit meer vanaf. Iedere keer wordt het gekker. Als we terugrijden zijn ze in ‘no time’ van de kaart. Versleten. Ik ook. Mijn benen doen zeer en mijn knieen zijn blij. Blij dat er maar drie keer per jaar gereden mag worden in Rhenen. Ik begrijp het niet. Waarom Assen?. In hemelsnaam waarom?

Foto’s met dank aan: MX Fotograaf Leon en More Heijt(13)

MC Rilland. Jaren aan een stuk waren we er vaste klant. Begin jaren 80 trainden we er iedere woensdag en meestal de zaterdag voor de MON wedstrijd ook nog even. Ik was jong en kon blijven rijden. Meer kracht dan talent. Ik reed niet hard maar daarom wel heel lang. Mooie baan, toen al. Ook weer jaren aan een stuk kwam ik er niet. Je leven neemt een wending die je soms zelf niet eens echt aan ziet komen. Zoals iedereen die eenmaal besmet is ben ik het ook nooit kwijtgeraakt. Tussendoor drie keer een enduro aangeschaft om zogezegd zo nu en dan eens een zandpaadje af te kunnen raggen. Binnen de kortste keren zit je dan toch weer op een circuit, en je verlichting met kentekenplaat op de werkbank. Een jaar of vier geleden stak het de kop weer op. M’n zwager bood me een ritje aan op zijn 250 viertakt Honda en ik was om. Ondanks ik het hele viertakttijdperk gemist heb vond ik het toch prettig rijden. Wel miste ik het gejank onder me. De viertakten die ik als laatste had gezien waren de logge zijspancombinaties en een enkele CCM. Toch weer voor de tweetakt gekozen en ook al ben ik ooit gestopt op een KTM 495, een 250 van tegenwoordig is echt snel zat.

Nu ben ik weer wekelijks in Rilland, met mijn zoontje. Net als mijn vader toen met mij. Ook mijn vader zei niks tegen me, net als ik tegen m’n zoon. ‘Lekker laten rijden’ moet hij gedacht hebben, en dat deed ik ook. De baan in Rilland is echt een deel van mijn leven geworden. Buiten het feit dat ik dankzij hun moeders 4 prachtige kinderen heb mogen krijgen zijn de jaren op Rilland mijn mooiste geweest. Afgelopen zondag weer een mooie middag in de zon. Jonge honden op jacht naar een titel, jongens en meisjes voor de hobby en steeds meer veteranen maken hun rondjes. Het is zwaar. Voor iedereen op zijn of haar eigen manier en tempo. Na drie ronden al terug met zere armen. In de gezellige groep waar ik deel van uit mag maken wordt gespeculeerd over de clubwedstrijd van komende zaterdag. Nee, er is voor mij niets te halen maar ben nu al nerveus. Zoals iedere keer weer als ik de toegangspoort doorrij. Zoals iedere keer op het paadje van de fuik naar het hek. Zoals iedere keer als het 5 sec bord neergaat.

Zoals iedere keer…