Onze vroege rit door de mist maakt me een beetje ‘weeronzeker’. Ze hadden het toch gezegd? Naarmate we Veldhoven naderen trekt de hemel open en komt het lauwe zonnetje er al een beetje door. We sluiten aan in de lange rij bussen en aanhangwagens met cross en enduromotoren. Ik heb een hekel aan files, maar deze is niet erg. Om de tijd te doden maak ik een foto van de achterkant van Kenny Buermans bus die voor ons rijdt en verstuur hem privé naar Kenny die ik Facebookvriend mag noemen. Smily en duimpje terug. Leuk.

‘Alles onder controle’
Het gaat vlot en al snel rijden we het rennerskwartier op. Een groot deel ervan is verhard omdat deze op de kartbaan is aangelegd. Endurorijders uit allerlei verschillende landen lopen en rijden druk heen en weer om in te schrijven voor een prachtige rit door de bosrijke omgeving. Bij de ingang loop ik een , ondanks de grote drukte, relaxte Eddy Lemmens tegen het lijf. ‘Het gaat goed met Eddy en heeft alles onder controle’, aldus Mr. KTM. Het is ook al de 21e keer dat hij dit doet. Inmiddels flink door de noppenwol geverfd doet hij zijn ding. Een mooi ding. We zijn ruim op tijd , maar velen met ons hadden dezelfde plannen. Het terrein stroomt vol. Het valt me op dat het een ander publiek is als op een ‘gewone’ crosswedstrijd. Hele gezinnen met kinderwagens en buggy’s wandelen voorbij. Een uitje voor iedereen. Voor elk wat wils, en dat is precies wat Eddy wilde. Een evenement waar echt iedereen zijn of haar plezier kan vinden.

‘Fearless’ Danny oogt koel
Aan alles en iedereen is gedacht. ‘De jeugd heeft de toekomst’, staat hier hoog in het vaandel. Springkussens en een ‘crossbaantje’ voor de allerkleinsten met houten KTM (motor) fietsjes. We lopen nieuwgierig eerst even naar de crossbaan om te kijken hoe het er allemaal bijligt. De baan ‘ligt er perfect in’, en een ‘shovelspecialist’ is druk doende een modderbak te creëren. Een nieuw item is de drekbakrace voor buggy’s. Dikke buggy’s. Kees, ‘den omroeper’ van den Boomen is er ook al vroeg bij. Op zijn beruchte ‘No Fear Energy’ klompen geeft hij zoals altijd duidelijk weer wat er ons allemaal te wachten staat vandaag. Dat belooft wat. We spotten wat VIC’s (Very Important Crossers) en ook zijn er wat , voor ons, regionale toppers aanwezig. Al snel en zeer welkom scoren we een bakkie koffie bij de fam. Van den Bosse. Zoontje Danny (a.k.a. de Crosser) rijdt met zijn 65 kleine wielen tussen het grote geweld mee. ‘Fearless’ Danny oogt koel. Altijd. Het gaat altijd goed met kleine Danny, en zou het anders zijn, dan nog.

‘Het had voor mij wel wat langer mogen duren’
De hele ‘minitop’ blijkt aanwezig, tot en met de Europees en wereldkampioen Raivo Dankers toe. Er is een zogenaamde brommerklasse aanwezig wat in mijn ogen eigenlijk helemaal geen brommers zijn. Volwaardige 125 frames met daarin een 50 cc blok verwerkt. Mooi gedaan. Net origineel. Er wordt gestreden alsof er een kampioenschap op het spel staat. Tussen het geweld van de 85 cc toppers rijden twee moedige 65cc coureurtjes mee. Ze doen zeker niet onder voor veel van de middelgrote mannen. Danny van den Bosse en Ivano van Erp rijden er niet alleen tussen maar doen zeker mee. Geweldig mooi. Nog een opvaller van formaat is Stefan Hage die bij de startbewijshouders een hele sterke indruk achter laat. Na zijn blessure zit hij conditioneel weer behoorlijk op peil. ‘Het had voor mij wel wat langer mogen duren’, zegt hij fris terwijl hij zijn helm afdoet. Ik sta even te kijken bij Hans Vogels die mij behoorlijk verraste . Ik kende hem helemaal niet zo goed maar weet wel dat hij in de enduro wereld ‘de man’ is. Ondanks dat enduroritten en zeker Parijs Dakar ook geweldige evenementen zijn denk ik toch, ‘kom lekker crossen joh’.

‘Born to be on the bike’
Er wordt in een strak tijdsschema een goedgevuld programma afgewerkt. Vier ‘verlegen’ mannen uit Tsjechië verzorgen een van de ‘steile wand’ afgeleide stunt act. In een stalen kooi rijden ze achter elkaar aan en tegen elkaar in. Op het laatst met vieren tegelijk. Precisie en timing. Ze verdienen de aandacht en applaus dubbel en dwars. Zuinig op zijn en in stand houden denk ik dan. Van eigen bodem is de ‘Trialacrobaat’, Alex van den Broek maar weer eens opgeroepen. Ik zag hem al een paar keer eerder optreden en het rare is dat het eigenlijk heel gewoon gaat lijken wat hij doet. Hij doet het voor de kijkers zo makkelijk lijken. Een gevoel dat ik ook krijg als ik naar Jeffrey Herlings sta te kijken. Ik let nog eens goed op zijn handen, vingers, balans en de volledige rust die van zijn gezicht afstraalt. Eén met zijn motor, ‘Born to be on the bike’. Terwijl ik sta te genieten van het zonnetje in mijn gezicht stuitert m’n dochtertje van het springkussen. ‘Niks aan de hand hoor pap’. Het hoort er allemaal bij.

‘Het brute geweld’
Kwijlend loop ik langs de, voor mijn gevoel, ondergewaardeerde Xbow van KTM. ‘Ik zou het wel weten’. Weer terug bij het circuit staan er drie ‘Bigblocks op 500 kilo rubber te pruttelen met een hele grote P. Het overgewaaide ‘Mudracen’ is al een begrip aan het worden, boven in ons land blijkbaar. De aangelegde modderbak wordt verslonden door het brute geweld van de Buggy’s. Een welkome aanvulling op het diverse programma van vandaag. Aansluitend staan er een aantal, met ‘gastbijrijders’ gevulde, ‘woestijnbuggy’s’ die een ‘demorace’ verzorgen. Er wordt gesprongen en gedrift. ‘Wil ik ook’, denk ik bij mezelf. Als er maar benzine in moet, dan is het goed. Achterin het circuit worden demo’s gegeven met dikke quads terwijl de nieuwe modellen van KTM aan de tand worden gevoeld.

Leuke gesprekken met mooie mensen
Een virtuele ‘Facebookvriendin’ roept me terwijl ik wat door het rennerspark slenter. ‘Heb je al een bandje gevonden?’. Het is de moeder van Kay de Wolf die mijn dikke hoofd herkent. Een paar weken geleden stuurde ze me een bericht dat ze nog een achterbandje voor mijn zoontjes 85 hadden liggen. ‘We hebben hem bij hoor, neem maar mee’. Altijd moeite met mijn houding neem ik de band aan. ‘Gewoon een nieuwe’ zegt mijn zoontje verwonderd en blij. Ik heb leuke gesprekken met mooie mensen. Het ideale moment voor mij om ‘columndates’ vast te leggen natuurlijk. Raivo Dankers, Kay de Wolf, Raf Meuwissen, en zelfs Thom Piels (monteur en vriend van Davy Pootjes) werken mee aan de verwezenlijking mijn droom. Davy laat me zijn litteken zien. Hij zou het liefst van de week al het zand induiken om vervolgens in Mill te knallen maar heeft (nog) geen groen licht. Spannend, ook voor ons. Ook goed nieuws van het Bogers front, of meer de achterban. Niet Brian maar zusje Naomi heeft goed nieuws. Haar opgelopen knieblessure is zo goed als genezen waardoor ze haar voetbalcarrière door kan zetten. ‘Ik ben weer aan het trainen’, aldus een blije Naomi.

Al met al weer een dag van formaat. We nemen afscheid van Eddy en ik complimenteer hem met zijn prestatie. Eddy groeit. De KTM dag groeit en ik zal het meemaken. Onderweg slinger ik ‘m bij de ‘gele M’ nog even van de weg af om de dag voor mijn kinderen volwaardig af te sluiten. Volgend jaar weer, hoe dan ook…

Foto’s: John Oostvogels (Moto X Pics)

We treffen het. Het is dan wel zomer, maar omdat we minder dan 400 kilometer van huis zitten is het Franse klimaat niet veel anders dan het onze. Vanaf de snelweg moeten we nog een behoorlijk stukje binnendoor. In dit geval zeker niet erg want het is een prachtige omgeving. Om de 500 meter staat er een huisje ‘waar je zo zou willen wonen’. Het is een rustige streek met zo goed als geen toerisme. Hier en daar wel een caravan of camper, maar het loopt niet storm.

‘Bedden zijn gedekt en de koelkast staat aan’
Aangezien de eigenaars van het vakantiepark ook de zorg van de naburige crossbaan op zich hebben genomen kunnen we daar de sleutel van het chalet ophalen. Geen probleem, wetende dat we crossers in hart en nieren zijn en we ook erg nieuwgierig zijn geworden naar de baan. De ligging is prachtig. Tegen een helling kruipt het prachtige circuit van Londinieres omhoog tot helemaal aan de top. Ik zie al wat rijders de steile wand beklimmen en krijg de rillingen. Positief dan wel. Ik kijk mijn zoontje bedenkelijk aan. Ook hij heeft zijn twijfels bij zijn eerste ‘baanblik’. Het heeft in dit geval niets met de veiligheid van de baan te maken, maar meer met de onervarenheid van een 85 cc rijdertje. Navraag leert ons dat er een ‘minibaan’ naast het circuit aanwezig is. Gelukkig. Als we in de kantine komen blijkt dat er op ons gerekend is. De formulieren liggen netjes klaar met de sleutel er boven op. ‘Bedden zijn gedekt en de koelkast staat aan’, aldus de aardige bardame. ‘Werner is zo terug uit het dorp, maar jullie kunnen alvast je spullen inruimen als je dat willen’. Alles is nu even spannend. Aan de ene kant willen we graag de baan al rond, maar ook zijn we erg benieuwd naar het chalet en de ligging ervan. Het is inmiddels einde middag, dus van rijden zal vandaag niet veel meer komen. Daarom besluiten we terug te rijden naar het dorpje dat op nog geen 10 minuten van de baan ligt.

‘even lekker niks’
We vinden het snel na de correcte uitleg en vallen in een vlaag van rust. Een prachtig houten huis met vers gemaaid gras er omheen. Op een meter of acht van de voordeur kabbelt er een beekje met het heldere Spa blauw, wat de rustsfeer nog meer ten goede komt. Dit is wat ik bedoelde met ‘even lekker niks’, en heb al spijt van laptop en telefoon. Eigenlijk zou je… Het huisje is netjes en schoon. Alles wat je nodig zou kunnen hebben is er aanwezig. We laden onze spullen uit en zette een verse pot koffie. Aan de tuinset op het terras genieten we. Koffie, rust, rust en nog eens rust. Op de door onszelf meegebrachte fietsen wordt door de kinderen de buurt meteen verkend. Een heerlijk gevoel overvalt me. De wetenschap dat helemaal niets moet en bijna alles mag de komende 10 dagen. Geen wekker, niks. Ik wil me voorstellen aan de buren maar mijn kinderen zijn me al voor. Kinderen vinden elkaar altijd erg makkelijk. Wij volgen wel. Aangezien we, zoals een rasechte Hollander betaamt, zelf een groot deel van de Nederlandse supermarkt hebben meegenomen slingeren we meteen de barbecue maar aan de gang. Het begin is gemaakt. Het weer zit enorm mee waardoor we om half twaalf nog heerlijk buiten zitten onder een heldere sterrenhemel. Vaak hoor je dat de bestemming uiteindelijk ‘live’ een stuk minder mooi is als de foto’s en de vooraf genoten dagdromen. Die vlieger gaat in dit geval niet op.

Werner en José zijn er voor de ‘klanten’
De volgende ochtend maken we kennis met de pandhouders Werner en José die vorig jaar hun zakelijke roer rigoureus omgooiden. Jarenlang runden ze hun metaalfabriek ‘VMS’ in het Brabantse Reusel- de Mierden. De recessie hakte er ook bij hun flink in en het geloof in een degelijk voortbestaan vertroebelde langzaam maar zeker. Al jaren hadden ze een droom. Zoals zovelen dromen en het daar bij laten, lieten zij ze ook voor wat ze waren. Totdat de mogelijkheid voorbij kwam Circuit en chaletpark Londinieres over te nemen. Werner kende de baan en het park wel, maar schrok er een beetje van. Nog nooit eerder was hij zo dicht bij een droom geweest. Ondanks ze nog een hoop moesten regelen in Nederland, zeiden ze toch al heel snel ja. ‘Zulke kansen komen niet iedere week voorbij’, aldus een gelukkig ogende Werner Verhagen. Als vreemde eenden in de bijt hadden ze wel een en ander te bewijzen. Niet dat ze twijfelden aan hun kunnen, maar om te beginnen was de taal een kleine barrière die overwonnen diende te worden. Ook al gaan er verschillende verhalen den ronde over de mix van Nederlanders en Fransen, klikte het vrijwel meteen. Rijders zien en voelen echt wel of je serieus met je ‘zaak’, of alleen met jezelf en het binnengekomen geld bezig bent. Werner en José zijn er voor de ‘klanten’. De baan is hard maar heeft alles. De schansen en bochten zijn zo aangelegd dat je niets moet en alles mag. De mogelijkheden zijn er, de skills moet u zelf meebrengen.

‘Dit is echt zo gaaf pap’
Als we met de motor op de baan aankomen blijkt de ‘minibaan’ net achter de grote baan te liggen. Beneden. Geen minibaan zoals we die gewend zijn. Het is een volwaardig circuit met alles er op en er aan. Alleen al het waanzinnig mooie landschap doet je op een GP wanen. Uiteindelijk wil mijn zoon toch op de grote baan proberen en ik krijg het klamme zweet al in mijn handen. Hij doet het goed. Rustig en bedaard. Geen risico’s. Zijn ogen glinsteren als hij terug bij de bus aankomt. ‘Dit is echt zo gaaf pap’. Misschien niet alles voor de kinderen, maar wel veel. Hun genot is mijn genot.

‘Waren we thuis ook maar zo sociaal’
We verkennen de buurt met z’n allen per mountainbike. Er wordt druk geschakeld op de hellingen maar dat drukt de pret in geen enkele vorm. Heerlijk in de natuur en zon. Vogels en konijnen. Leuke Franse mensen die zwaaien. Huisjes uit een film. Verstand op helemaal nul. De faciliteiten in en om het park zijn geweldig. Er is een supermarkt naast de ingang en in het centrum van het dorpje vinden we een bakker, slager en zelfs een pizza/shoarma tentje. De kust vind je al op 20 kilometer en er is zelfs een pretpark te vinden op nog geen 10 kilometer. Ik heb niet meer nodig. Ik ben geen strandligger dus vermaak me opperbest. De social media in deze tien dagen beperkt zich (gelukkig) tot het spelen van Monopoly, Yahtzee en kaarten. ‘Waren we thuis ook maar zo sociaal’, denk ik als ik mijn vierde potje Yahtzee dik verlies. De kinderen zijn alle dagen opgewonden druk en ’s avonds heerlijk afgepeigerd. Vies van de cross en moe van het heuvelklimmen. De laatste avond trakteren Werner en José ons op een kampvuur ter afscheid. We kletsen over ons verblijf en de plannen van het moedige stel uit Brabant. Als het vuur, ook uitgeblust, zich overgeeft aan alleen nog rook vertrekken we naar ‘onze’ chalet. Douchen en naar bed. Morgen weer naar Nederland. Helaas.

‘Volgend jaar weer pap?’

Ik wilde schrijven: ‘Hij is terug’, maar voor zijn gevoel was hij nooit echt weg. Misschien wel even uit het crossgeweld, maar in zijn leven is hij weer een station verder. Een fase. Hij is veranderd. Ook al miste ik hem wel, het is goed geweest voor hem. Als de zoon van een indianenstamhoofd die er op uit wordt gestuurd een beer te vangen. Zijn eerste. Kyle Matthijssen is terug, met beer. Hij kijkt anders en praat anders. Meer gevoel, meer diepte. Dagelijks hard aan het werk voor zijn basis levensonderhoud. Daarnaast met mooie en vooral leuke creatieve dingen bezig. Zoals velen begreep ik het, als semi gefrustreerde ex crosser, ook niet dat hij het een tijdje geleden voor gezien hield. Ik zeg niet dat Kyle een potentieel wereldkampioen was of is, maar hij gaat wel lekker rond. Talentje zeg ik. Niet al het talent moet of hoeft persé uitgebuit, maar als crossliefhebber zie je dat toch wel graag. Hij moest er even uit. Het geproefd hebben. Ervaren. Het was er toch wel een keer van gekomen. Misschien wel beter nu al. Kyle is gegroeid als mens, dat merk ik wel. Vandaag voor de derde keer weer op de motor. De 125 kreeg op z’n donder. Flink ook. Ook in zijn rijden zie ik verschil met voorheen. Gewoon zijn rondjes en geen rare fratsen. De mooie stijl is gelukkig gebleven. Die balans en controle verlies je niet. Dat zit erin. Wat je er mee doet is een tweede. ‘Er voor gaan is misschien veel gezegd, maar ik heb er wel weer zin in’, aldus een ontspannen Kyle. Ik was, en ben nog steeds fan, ook al zou hij nooit een wedstrijd winnen. Het is een aardige jongen die goed weet hoe het allemaal in elkaar zit. Hoe dingen zouden moeten gaan en hoe vooral niet. Diepgang. Fases om van te leren en te groeien naar de realiteit van het leven. Geen jongen meer. Een hele aardige man.

We zijn alweer een week verder. Assen was wat mijzelf betreft in één woord super. Ik vond alles mooi. De sfeer. De volgepakte tribunes en de prachtige strijd die er geleverd werd. Wat wij er als toeschouwers van vonden en vinden is inmiddels wel bekend. Natuurlijk heeft ieder zijn mening en heeft vaak iedereen ook wel een beetje gelijk. Na de meeste van die reacties te hebben gelezen en gehoord was ik eigenlijk wel benieuwd wat de rijders er van vonden.

MXI: ‘Er wordt veel gesproken over de hoeveelheid zand en soms ook over de samenstelling ervan. Hoe heb jij het als rijder ervaren?’

Rick Folkers van het hagelnieuwe ‘Jimmy Joe Husqvarna’ GP team vindt dat er, op een paar plekjes na, zeker genoeg zand was aangebracht. ‘Doordat het zo los was kwam er hier en daar wel een klein stukje asfalt aan de oppervlakte, maar dat stoorde me niet echt’. ‘Het blijft natuurlijk een nieuw concept waar we best trots op kunnen zijn’. Al met al vindt Rick dat we dik tevreden mogen zijn met het resultaat.

De in een privé team rijdende Cyril Genot was in eerste instantie wat ongerust. ‘Ik was bang dat het zand te los van structuur zou zijn en we erdoorheen zouden ‘zakken’, waardoor we op het asfalt verder hadden gemoeten’, lacht hij. Dit was gelukkig niet het geval. Goed tevreden dus over hoeveelheid en de gekozen zandsoort.

Lars van Berkel strijdend voor het ‘F&H Racing Team’ was erg tevreden over het zand. De samenstelling maakt dat het in het begin, als het nog vlak is, erg glad is. ‘Gewoon rekening mee houden denk ik dan’. ‘Door de regenval was de baan zondag perfect. Voor een eerste keer op deze manier is het wat mij betreft zeker een compliment waard!’

De ‘HSF Logistics Motorsport Team’ coureur Brian Bogers was meer dan tevreden over de samenstelling van de ondergrond. Wel had hij graag wat meer zand gezien. Het was een betrekkelijk korte ronde waardoor je natuurlijk veel vaker rond ging. ‘Dat maakt de schade aan de baan natuurlijk automatisch groter’, aldus een tevreden Brian.

De kleine maar vooral moedige strijder Mack ‘Braveheart’ Bouwense die voor ‘Mack MX Racing’ uitkomt, voelde zich uitstekend thuis op de nieuwe baan. ‘Ik vond de ondergrond zeker goed genoeg voor het houden van een wedstrijd als een MXGP’. ‘Ondanks het zwaar was door de losse structuur was het wel ‘mijn baantje’. ‘Ik hou wel van het zand’, zegt hij met een brede lach. Zonder beugel deze keer, die mocht er eindelijk uit vandaag.

Damon Graulus van het ‘KEMEA Yamaha Racing team’ was, ondanks dat hij erg verrast was door de losse structuur, erg in zijn element in Assen. ‘Ik had er wel gemengde gevoelens over en was bang dat het zand snel weggereden zou worden.’ Dat viel dus achteraf alles mee. Blij was hij wel met de regenval van zaterdagnacht, waardoor het zand een stuk compacter was geworden.

‘Husqvarna SKS Racing’ rijder Sven ven der Mierden had totaal geen klachten over de structuur en de hoeveelheid. ‘Buiten het feit dat ik het een vrij korte baan vond voor een GP kon ik er mijn draai goed vinden.’

MXI: ‘Ook een veelgehoorde opmerking was dat er te weinig aandacht besteed zou zijn aan de veiligheidsaspecten. Het zou op sommige punten gevaarlijk zijn geweest voor de rijders. Voelde jij dat ook zo?’

Rick Folkers: ‘De veiligheid liet over het algemeen niets te wensen over. Desondanks heb ik toch twee keer op het asfalt gelegen. ‘Daar had dan weer wel een beetje zand mogen liggen’.

Cyril Genot: ‘Op een paar plaatsen vond ik het wel wat gevaarlijk. Je moet er niet aan denken de vangrails in te vliegen’ Ook onder het bruggetje door was niet geheel ongevaarlijk. Zou je daar de bocht uitschieten zit je meteen in dat huisje’. Verder zag het er allemaal heel goed uit voor mijn gevoel.’

Lars van Berkel: ‘De veiligheid was voor mijn gevoel o.k.’ ‘Naast de baan ligt wel asfalt, maar daar moet je natuurlijk ook niet te vaak komen.’ ‘Als je in Maggiore of Loket naast de baan terecht komt ben je denk ik een stuk verder van huis’. Twee keer raakte ik buiten de baan maar zonder problemen kon ik mijn weg weer vervolgen’.

Brian Bogers: ‘Ik had totaal geen slecht gevoel over de veiligheid. ‘Je kunt natuurlijk altijd wel ergens tegenaan rijden, maar ik vond het risico rondom de baan zeker acceptabel. Je kon bij een ‘slipper’ hooguit het asfalt opschieten.’ ‘Voor mijn gevoel is er goed over het geheel nagedacht’.

Mack Bouwense: ‘Om heel eerlijk te zijn vond ik de baan best gevaarlijk. Doordat de aflopen van de tafels smaller waren dan de oploop ben ik er een keer naast gesprongen. Resultaat was dat ik keihard op het asfalt belandde. Niet fijn dus.’

Damon Graulus: ‘Als ik de gevaarlijkste punten zou moeten noemen zijn dat de vangrails en de bocht onder het tunneltje. Soms was het daar echt wel tegen het kantje. Gelukkig is er niets bijzonders gebeurd. Zolang dat zo is hoor je natuurlijk ook bijna niemand klagen.’

Sven ven der Mierden: ‘Eigenlijk heb ik wat de veiligheid betreft geen klachten op één punt na. Na de achterste lus, net voorbij de tribune (bij de pitboxen) stonden de ijzeren hekken wel redelijk kort tegen de baan aan. Ook was er redelijk wat beton te raken in die hoek.’

MXI: Er is de laatste tijd veel te doen geweest over de lay-outs van diverse circuits. Ze zouden gevaarlijk zijn en te veel naar de supercrossbanen neigen. Wat was jouw gevoel bij deze nieuwe baan?

Rick Folkers: ‘Buiten het feit dat ik de baan erg kort vond was er verder weinig op aan te merken. Geen gekke of gevaarlijke schansen die je in verband met het kostbare tijdsverlies, moet nemen, ook al zou je niet willen.

Cyril Genot: ‘Ik vond de baan goed getekend, maar op sommige plaatsen iets te smal naar mijn mening. Hierdoor wordt de baan iets te eenlijnig. Het nadeel hiervan is dat je minder goede passeermomenten kunt creëren. De schansen vond ik mooi en de wavesecties vooral erg leuk.’

Lars van Berkel: Het baanidee was zeker goed. Ik hoop alleen wel dat hij bij een eventueel volgende editie wat langer is. Als ze dat lukt zonder al te veel 180 graden bochten in te lassen krijgt de baan meer ‘flow’. Nu was het veel stoppen en weer gaan. Ik hou er liever een beetje de gang in’.

Brian Bogers: ‘Ik vond de lay-out van de baan helemaal geweldig. Ik vind het knap dat ze in zo’n korte tijd met deze middelen toch een spectaculaire baan hebben kunnen maken. De volgepakte tribune was natuurlijk helemaal super.’

Mack Bouwense: ‘Ik vond het qua opzet een erg leuke en mooie baan. De bochten lagen mooi. De schansen hadden voor mij iets spectaculairder gemogen, maar dat is ieder zijn of haar smaak natuurlijk.’

Damon Graulus: ‘Ik voelde me helemaal thuis op de baan. De wavesecties en tafels lagen voor mij allemaal perfect. Mijn uitslag zegt eigenlijk alles wel!’

Sven ven der Mierden: ‘Op zich heb ik geen klachten over de opzet van de baan. Schansen lagen lekker. Zou ik iets aan mogen passen zou ik er ergens nog een extra lus inleggen. Het had iets langer mogen zijn dus.’

MXI: Is het circuit, uit rijdend oogpunt, met een andere baan te vergelijken?

Rick Folkers: ‘Helemaal Westerbork’

Cyril Genot: Voor mijn gevoel een beetje met Axel, alhoewel de zandstructuur erg speciaal blijft in Assen. Ook Axel is een snel, maar technisch circuit.

Lars van Berkel: ‘Onder het rijden kreeg ik een beetje een Westerbork gevoel, maar dat had voornamelijk te maken met de ‘feeling’ van het zand. Rij technisch kan ik het met niets vergelijken. Assen is echt iets aparts. We hebben natuurlijk nog nooit eerder op een MotoGP baan gereden. Prachtig vond ik het.’

Brian Bogers: ‘Budel, Berghem en Grevenborch komen in de buurt als het gaat om los zand. Toch blijft het een aparte, niet thuis te brengen, structuur.’

Mack Bouwense: ‘Nee. Voor mij was dit met geen andere baan te vergelijken.

Damon Graulus: Er zijn natuurlijk meer banen met los en zwaar zand op te noemen. Deze baan was voor mij met geen enkele baan te vergelijken, waar ik ooit gereden heb.

Sven ven der Mierden: ‘Westerbork. Dat is de enige baan die ik kan noemen die enigszins in de buurt’

MXI: Er werd door sommige bezoekers geklaagd over het feit dat er 15 euro extra betaald moest worden om toegang tot het rennerskwartier te krijgen. Wat vind je daarvan en stoort het jou als rijder eigenlijk als er veel publiek naar hun ‘sterren’ komt kijken?

Rick Folkers: ‘Mij stoort dat zeker niet. Ik heb er niet zo heel veel van meegekregen maar hoorde er hier en daar wel mensen over praten. Als het echt een probleem zou blijken lijkt het me handig er iets aan of mee te doen. We willen de toeschouwers natuurlijk niet kwijtraken.’

Cyril Genot: ‘Voor mezelf vind ik het minder belangrijk. Ik moet presteren en me concentreren. Publiek stoort me zeker niet. Ondanks dat het speelde vond ik toch dat er nog behoorlijk veel publiek in het rennerskwartier rondliep.’

Lars van Berkel: Voor mijn gevoel waren er best veel toeschouwers in de pits. Op andere GP’s moet je ook betalen voor de pits, maar zit het bij de inkomprijs inbegrepen. Nu wordt het gesplitst om de toeschouwer een keuze te geven. Als je het goed beschouwt wordt het alleen maar aantrekkelijker. Het probleem zal waarschijnlijk veelal liggen bij mensen die verder geen GP’s bezoeken. Die weten dat natuurlijk niet. Als de organisatie volgend jaar nu net als bij de GP in Lommel de EMX250 twee manches laat rijden op de zondag is de behoefte om naar de pits te gaan misschien niet meer zo groot. Bijna iedereen volgt de EK competitie en zo wordt de pauze mooi opgevuld.’

Brian Bogers: ‘Met deze regel krijg je inderdaad minder publiek in de pits. Mensen hebben nu in ieder geval de keus en dat is misschien niet verkeerd. Rust heb ik zelf toch wel nodig tussen de manches. Natuurlijk heb ik respect voor mijn fans, maar sommigen vergeten wel eens dat je aan het werk bent en dat concentratie erg belangrijk is.’

Mack Bouwense: ‘Iedereen is anders en gaat anders met bepaalde dingen om. Ik kan me best voorstellen dat sommigen meer tijd alleen nodig hebben en daarom liever rust in de pits willen. Ikzelf heb er absoluut geen probleem mee. Kom maar lekker langs hoor!’

Damon Graulus: ‘Ik wist helemaal niet dat dit een item was om eerlijk te zijn. Dat het publiek bij je langskomt vind ik op zich geen probleem. Sommigen geven je een hand of groeten van een afstandje. Helaas zijn er ook die niet meer weggaan. Dan heb je gelukkig zelf altijd de mogelijkheid je terug te trekken in de mobilhome.

Sven van der Mierden: ‘Als dat inderdaad zo is lijkt het mij inderdaad overdreven de mensen een extra 15 euro te laten betalen. Buiten dat vind ik het publiek altijd super, zowel in de pits als naast de baan.’

MXI: Tot slot. Is de MXGP van Assen voor herhaling vatbaar of rijd je liever in het bos?

Rick Folkers: Wat mij betreft mag Assen zeker terugkeren op de GP kalender. De accommodatie leent zich er geweldig voor. Alles is lekker verhard en ligt er keurig bij. Ook de tribune was een aangename nieuwkomer. Voor mij een dikke 10!

Cyril Genot: ‘Dit was een heel speciaal event en daarom zeker voor herhaling vatbaar! Vooral door de aanwezigheid van de lange tribune. Dit geeft in mijn ogen, zeker ook voor het publiek, een grote toegevoegde waarde.’

Lars van Berkel: De GP van Assen is wat mij betreft zeker voor herhaling vatbaar. Misschien enkele gedeeltes op de baan veranderen maar de rest is super. Je kon gewoon zien en voelen dat het goed is voor de sport en er een heel ander soort publiek kwam kijken. Wellicht pakken zij het op en gaan ze in de toekomst ook eens naar een ONK kijken. De sport groeit echt door een initiatief als dit. En wat je ook niet moet vergeten; zonder deze GP waren de koppen niet bij elkaar gestoken om de GP’s op RTL uit te gaan zenden. Dat hebben ze er ook mee bereikt. De media aandacht van buitenaf was goed. Sportliefhebbers van grote bedrijven kunnen hier een GP kijken en eventueel rijders gaan ondersteunen. Dit is iets wat vooral rijders in Nederland hard nodig hebben.

Brian Bogers: ‘Assen is zeker een wedstrijd die vast op de kalender moet! Het was super om dit mee te maken. Het zien van wedstrijden en vooral het rijden ervan. Geweldig vond ik het. Wat je niet kunt missen is het publiek natuurlijk. Een groot compliment voor hen. Zij maakten het af.

Mack Bouwense: Eigenlijk rijd ik overal erg graag. Ik wil leren en dan moet je zoveel mogelijk verschillende circuits bezoeken natuurlijk. Ik moet wel zeggen dat dit weekend een erg speciaal tintje had. Zeker weer doen volgend jaar!

Damon Graulus: Ik heb erg genoten in Assen. Ik zou zelf graag zien dat dit evenement volgend jaar weer verreden zou worden. Aan de organisatie zal het niet liggen in ieder geval. Ik denk ook dat het goed zou zijn dat er, ter afwisseling, twee van dit soort evenementen deel uit zouden maken van de GP kalender.

Sven van der Mierden: De faciliteiten waren super. Ik heb genoten van zowel het rijden als alles eromheen. Volgend jaar weer, zeker weten!

Fotografie: MXGP, Bart Amsing MX Photography (Bart Amsing) & Folko Fotografie (Folko Haffert)

Baardje met erboven de eeuwige zonnebril. Hij is ermee uit te tekenen. Altijd rustig en relaxed. Niet op de voorgrond, alleen als het echt nodig is. Na 9 jaar lang zelf een respectabel aantal GP wedstrijden afgewerkt te hebben staat hij nu aan de zijlijn. Zijn ervaringen delend. Een getalenteerde rijder is niet altijd een goede leermeester. Jef Janssen is dat wel.

Alles is netjes en schoon
Een joekel van een trailer met een mega dikke Renault trekker ervoor. Een mooi, opvallend logo siert de witte zijkant. De blauw/gele strepen verraden het motor huismerk. Strakke tent er aan vast met een indeling waar menig showroom van zou schrikken. Alles is netjes en schoon. Dat is al een item dat hoog in het vaandel staat. Opgeruimd. In hoofd en werkplaats. ‘Alleen dan kun je fatsoenlijk voor je spullen zorgen’, aldus Jef. Er is een keuken met volle koelkast en een barbecue. Gasten zijn erg welkom en zullen niets te kort komen. ‘Jimmy Joe Husqvarna’ is paraat.

Groot maar vooral goed
De naam doet mensen gissen. Wat is het eigenlijk precies, waar komt het vandaan. Het klinkt stoer, Amerikaans en zeker apart als je kijkt naar andere teamnamen. ‘Jimmy Joe’ is Jef Janssen. Jef en Monique om precies te zijn. Ten eerste al een supermooi koppel. Beiden met volledige overgave aan het werk om het team groot te maken. Groot maar vooral goed. Wanneer is iets goed zou je zeggen. Daar hebben Jef en Monique wel een duidelijk beeld van. Ten eerste speelt eerlijkheid een grote rol. Er worden vooral geen ouders buitenspel gezet maar eerder erbij berokken. De rijder, welke leeftijd dan ook, moet zich goed voelen. Niet alleen lichamelijk maar ook in het hoofd. Wedstrijden worden namelijk niet gewonnen met de rechterhand, maar met het hoofd. Een stelling met een waarheid waar je niet omheen kunt. Als de dingen in je hoofd op een rijtje staan komt de rest vanzelf. Minder stress, minder fouten waardoor betere resultaten. Als je het zo formuleert lijkt het niet moeilijk, maar de werkelijkheid is anders. Als teameigenaar zal je iets in je moeten hebben waar de rijders zich lekker bij voelen. Zoals ook een manager van een bedrijf het meeste rendement uit zijn personeel zal halen als hij respectvol met zijn mensen omgaat. En luistert.

‘Jimmy Joe Husqvarna’ is niet zomaar een team
Jef is zo iemand. Dat maakt hem dan ook een van de betere motorcrosstrainers in een hele wijde omtrek. Jef weet nog heel goed waar hij zelf vandaan komt en heeft daar keihard voor gewerkt. Iedereen met een beetje geld is in staat een trailer te kopen en een pakkende naam te verzinnen. Maar dan. ‘Jimmy Joe Husqvarna’ is niet zomaar een team. Jef en Monique hebben een zwak voor de jeugd, dat is wel duidelijk. Naast de ‘volwassen’ mannen is er nu ook een jeugdteam in het leven geroepen. Jef heeft oog voor talent en doet daar ook iets mee. 6 rijders en rijdsters zijn benaderd om zich aan te sluiten. Samen de toekomst tegemoet. Ouders worden betrokken, juist omdat zij de gehele achtergrond van hun kinderen kennen. Met die bagage in het achterhoofd gaat Jef aan het werk. Zonder enige vorm van haast kneed hij de kinderen beetje bij beetje. Alle tijd, want ze zijn nog jong. Ze kunnen soms al zo hard gaan waardoor je het besef wel eens verliest dat het nog maar kinderen zijn. ’s Avonds gaat er vaak nog een beer mee naar bed.

Jef en Monique bouwen
2016 wordt het jaar van de waarheid voor het team. De start was al eerder gemaakt, maar tijdens de GP van Assen is er toch wel een spits afgebeten voor de toekomst. ‘Ik hoef niet perse een kampioen in huis te hebben volgend jaar, als ze maar groeien’. Jef en Monique bouwen. Als je straks stand wil houden als rijder dien je nu geen haast te maken. Als het er in zit komt het er wel uit. Bij Jimmy Joe zeker! Natuurlijk zal alles van twee kanten moeten komen. Er wordt we wat verwacht van de rijderskant uiteraard. Volledige inzet en bereidheid ervoor en naar te leven. Motorcross is topsport en topsporters leven nu eenmaal anders. Zorg voor het lichaam en de motor, dat staat voorop. Volledige overgave, maar wel op een verantwoorde en gestructureerde manier.

Vertrouwen in het team
In Assen stond alles netjes en professioneel opgesteld in de ‘Husqvarnastraat’. Een prachtig gezicht waar ze zeker niet onder deden voor de gevestigde orde. Een drukbezochte gastenhoek met zicht op de werkplaats ernaast. Geen geheimen. ‘What you see is what you get’. Rijders zijn aanspreekbaar en vooral sympathiek. Rick Folkers en Nicolaj Larsen rijden mee in de GP klasse wat best een beetje extra spanning met zich mee brengt. Ook voor deze mannen is het allemaal nieuw maar hebben alle vertrouwen. Vertrouwen in het team en zeker in Jef en Monique.

De grote stap is gemaakt en alles wordt klaargemaakt voor het nieuwe seizoen. Grote mannen en toppers in de dop. De naam hoeft u niet te onthouden. Als u zorgt dat u er bent komen ze vanzelf voorbij.

Gecontroleerd en vooral heel hard.

Fotografie: Folko Fotografie (Folko Haffert) & RGP Photo (Ron van der Bij)

‘Waarom nou Assen?’ heb ik me openlijk afgevraagd na de prachtige dag op het ONK van Rhenen. Twee keer per jaar maximaal crossgenot op één van de mooiste banen van Nederland. Als een moeilijk te overtuigen type met een berg zelfontworpen vooroordelen ben ik dan ook naar Assen vertrokken.

Toen ik op het circuit aan kwam rijden werd ik met één klap terug in de tijd geslagen. Ooit (1980) ben ik een keer naar de ‘Daytona Speedweek’ geweest. Het gevoel wat ik daar als jong manneke kreeg had ik nu weer ineens. Kriebels zelfs. In gedachten stond ik weer met een originele cowboyhoed op m’n hoofd een ‘footlong’ hotdog weg te werken. Handen in het gaas. Het weer, de sfeer. Het was er allemaal. Wegdromend slenterde ik door de winkelstraat van Team trucks en tenten. Makkelijk bereikbare ‘zandruiters’ lopen heen en weer of ‘pitbiken’ je voorbij. Ik voelt dat er al eens eerder wat te doen is geweest op dit ‘landgoed’. Er heerst een rust. Een gevoel van ‘het komt goed vandaag’. Als ik langs het restaurant loop zie ik het ‘crosswijze’ tweetal, ‘Den Omroeper en van Gestel’ zitten. ‘Dat is in ieder geval geregeld’, denk ik tevreden. Pitboxen met teams. Prachtig. Ik zet m’n roze bril even af om ook eens goed de minpunten van dit spektakel onder de loep te nemen. Van al die tegenargumenten die ik bedacht in de afgelopen weken waren de promomeisjes in Markelo het minst erg. Gek genoeg kon ik niks vinden. Als je echt wil en goed zoekt is er altijd wel wat te zeiken natuurlijk. ‘Wie plaatst er nou ijzeren hekken’, hoorde ik iemand klagen. In Balen hoorde ik er niemand over. Als de eersten brullend passeren blijft er een lichte galm hangen tussen de hoofdtribune en de gebouwen aan de overkant. Op dat moment besef ik dat ik het nog niet zo goed kan plaatsen allemaal. Het is anders, maar doet m’n hart wel sneller slaan.

Rinus van de Ven
Het lijkt vreemd zand ook. Los en aangezien het niet opgesloten is heb ik het idee dat het makkelijk weggereden zal gaan worden. Maar wat weet ik nou van zand? Als ik de stralende legende Rinus van de Ven naar zijn mening vraag is hij duidelijk. Als ‘baanbedenker’ had ook hij op voorhand wel zijn bedenkingen maar is wel zo professioneel dat hij niet op zulke zaken vooruitloopt. Over de baan layout is hij enthousiast. Dikke tafels en niet te veel gekke fratsen. ‘Ze hebben er van geleerd zou je denken’. Zo’n ‘old school’ opzet is toch nog steeds het meest veilige. Natuurlijk gaat het iets ten koste van het spektakel maar wat heb je nou het liefst. Het enige dat hij een beetje miste is het sociale contact als je een baan rondloopt. Even een praatje en weer verder. ‘Klim maar eens tussen die stoeltjes door’, lacht hij. Kippevel op de tribune. ‘Als ik zie en voel wat er gebeurt als Davy dan op kop doorkomt en al die mensen roepen, toeteren en zwaaien, krijg ik de rillingen over m’n rug. Geweldig gewoon’. ‘Ik hoop dat het opgebracht heeft want het is zeker een aanwinst voor de komende GP kalender’.

Weer verbaas ik me over het lef
Een heerlijk gevoel bekruipt me op de zaterdag. Dat gevoel dat je vandaag al wat moois gaat zien en weet dat het zondag nog gekker wordt. Het zou een week mogen duren. Mooie wedstrijden. Ook de rijders moeten duidelijk wennen maar naarmate de tijd vordert minderen de valpartijen ook. Weer verbaas ik me over het lef. De sprongen zijn er ondanks het losse en zware zand weer niet minder om. Ook de diepe knippen worden als wavesectie gefopt. Een gat overslaan kost zichtbaar geen extra moeite. Makkelijker zelfs. ‘Gewoon’ doen dus. De avond valt en de rijders verdwijnen langzaam maar zeker uit het straatbeeld van deze tijdelijke ‘crossstad’, zo hun bedje in. Moegestreden. Op de camping gaat het gas er nog eens op. Op weg naar de camper van een vriend is er veel te zien. Even nog sta ik te kijken bij een dubbel verlengde bus met luifel. Tafeltje, stoelen en een dikke geluidsinstallatie. Megahard knalt de gabberhouse uit de trillende speakers. Er is niemand, ook niet in de buurt. Niemand klaagt. Het hoort er gewoon bij.

‘Sommigen begrijp ik niet’
Als vroeg worden we wakker gerateld. Karren met spullen. Vrachtwagens laden en lossen, luide stemmen en gelach. ‘Het is begonnen’, denk ik en hijs mezelf omhoog aan de caravan. Er lopen al toeschouwers met rugzak en pet voorbij. Niks te missen. Naarmate we dichter bij het hoofdprogramma komen loopt het terrein steeds voller. De opkomst is groot en daar ben ik blij mee. De wetenschap dat dit evenement en het voortbestaan ervan hiermee valt of staat stelt me gerust. Iedere baan heeft zo zijn eigen favorieten, of is het andersom? Er zijn tegenwoordig zandhazen uit diverse landen wat de strijd in alle klassen mooi maakt. Sommigen verassen en sommigen begrijp ik niet. Zeker als je dan in Lommel bent wezen kijken. Uiteindelijk begrijp ik wel dat zand en weer heel ander zand veel van elkaar kunnen verschillen. Dan moet je ook nog eens goed in je vel zitten. Mijn slechtste dag valt echt niemand op. Ik krijg mijn punten toch wel.

Ik ben overtuigd
Nederland wordt in ere gehouden en dat is altijd mooi. Het publiek juicht en joelt. Als er iemand valt weet je dat meteen. We kijken tenslotte met z’n allen naar de zelfde bochten en schansen. De regenbui van zaterdagnacht heeft de baan duidelijk goed gedaan. Het lijkt wat compacter dus wellicht ietsjes makkelijker te rijden. Maar ja, iets makkelijker dan tering zwaar is nog steeds erg zwaar. Als de punten verdeeld zijn stroomt het snel leeg en staan we al gauw op een bijna verlaten terrein. Er ligt opvallend weinig rommel naast de bakken. Netjes. Als ik alles bij elkaar neem was het een doorslaand succes wat mij betreft. Kritiek zal er altijd zijn. Soms door kenners, soms onwetenden. Soms uit onkunde of verveling. Ik ben overtuigd. Misschien de gladde doorloopbuizen iets de grond in voor een breder loopvlak, maar da’s echt zoeken. Mijn vooroordelen zijn weg. Dit kan alleen maar nog mooier worden volgend jaar. Het was nieuw voor iedereen en daarom heb ik veel respect voor de organisatie. Als je een evenement zo kunt brengen voor de eerste keer, ben je heel wat mans. Daarom Assen…

Fotografie: Folko Fotografie (Folko Haffert) & RGP Photo (Ron van der Bij)

‘Ik ben bij Ajax geweest’, zegt het kleine mannetje terwijl hij bijna verdwijnt in de familiezak chips. Kleine Mikey loopt naar de schuur en komt glunderend met zijn fonkelnieuwe bal naar buiten. Later gaat hij bij Ajax voetballen, das al zeker. Hij heeft niks met de motoren van zijn grote broer.

‘Hij zou wat ons betreft helemaal niet gaan crossen’, zegt moeder Gitte bijna aangedaan. Lyon beaamt het. ‘Nee, ik nam hem altijd mee naar de races in Assen’. Gebiologeerd zat hij dan de hele dag netjes op de tribune. En geloof maar niet dat hij er afkwam voordat alle races gereden waren. Nog geen 4 jaar was hij. Motoren zijn passie. Toen al. Hij wilde graag een motor maar fietste nog met zijwielen. Pa en ma dachten het nog een beetje uit te kunnen stellen door hem te beloven dat hij een motor kreeg als hij zonder kon. Dat duurde geen dag.

‘Maar hij is nog maar 4’
Op een gegeven moment zagen ze hem heel hard langs fietsen, heen en weer over de oprit. Aan het einde liet hij zich vallen tot zijn knieën bloedden. ‘Ik moet leren vallen’ zei hij met een ernstig gezicht. Davy heeft een hoge pijngrens, dat was al snel duidelijk. Op uitnodiging vertrokken ze aan het einde van het seizoen met voor Melleny en Laura twee quads en de Pw voor kleine Davy naar België. ‘We hebben een wedstrijdje, kom eens kijken. Kan dat kind een keertje meedoen’, had de man gezegd. ‘Er stonden wel 100 campers op het rennerskwartier’, zegt Lyon lachend. Dat was meer dan zomaar een crossje. ‘Om de paar bochten konden we hem oprapen’. Op een volgende cross moest de jonge Davy de modder in. Hij viel de helft minder dus de vooruitgang was er. Het seizoen liep ten einde en Davy crosste thuis vrolijk verder. Tegen dat het seizoen weer begon kregen ze een inschrijfformulier thuisgestuurd van de Belgische bond. In België was het wat makkelijker hem mee te laten rijden vanwege zijn jonge leeftijd. ‘Maar hij is nog maar 4’, zei Lyon nog. Dan schrijven we 5, had de man gezegd. Vervolgens werd Davy kampioen. De kampioenschappen volgden en het hek was van de dam. We weten allemaal hoe het verder ging. Als zijn vader vertelt moet Davy lachen . In zijn Red Bull outfit zit hij aan de kop van de tafel. Stil en bedeesd. Ik ken hem niet anders.

Davy is thuis geen superster
Ze hebben er veel voor gedaan. Niet alleen Davy. ‘Het is dat we zagen dat er wat in zat , anders hadden we echt niet de halve wereld met hem afgereisd, geloof me.’ Op het moment dat je ziet dat zijn talent bovengemiddeld is, het karakter klopt en hij er alles voor doet zet je het door’. Lyon en Gitte werken er hard voor. Davy is thuis geen superster maar ‘gewoon’ onderdeel van het 6 koppige gezin. Draait mee met de rest, zonder morren. ‘Hij moet weten hoe het leven in elkaar zit’, zegt Lyon bijna streng’. ‘We willen niet dat de meiden straks zeggen, Davy hoefde niks en mocht alles. Zo werkt het niet bij ons’. Het is een jongen van 17 , net als bij een ander gezin. ‘Ondanks het een stille is trekt hij ook wel eens zijn mond open hoor’, lacht Gitte. Davy lacht ook, maar niet echt. Ook Davy is gek op zijn telefoon. ‘Die pak ik wel eens af hoor’, zegt Lyon. Ze kunnen echt niet zonder. ‘Soms zou ik zo’n ding nog platter willen trappen dan dat het is’. Hij begrijpt het wel, maar alles met mate. In balans. Als je jaar op jaar kampioen wordt weet je wel dat er nog wat in zit. Ook de mensen om je heen gaan het zien. Zo zijn we indertijd aan onze, vrij vaste en trouwe groep, sponsoren gekomen. Ze geloofden in hem en nog steeds. We laten zien dat we er zelf alles aan doen en tonen ook onze dankbaarheid naar de sponsoren. Ondanks dat we ons eigen geld er in steken blijft het moeilijk alle rond te breien. Vooral de reizen naar de verre wedstrijden slokken veel geld op. Naarmate het niveau hoger wordt gaat er ook nog eens meer kapot. Alles slijt harder en er moet veel reserve mee als je een eind uit de buurt moet zijn. ‘Je kunt niet even snel terug naar huis om wat te halen’.

‘Ik ken hem zo goed’
Melleny en Laura zijn zoals ze dat noemen ‘mooie verschijningen’. Ze zeuren nooit. Wel gaan ze minder frequent mee dan vroeger. Toen ze nog heel jong waren gingen ze gewoon mee. Ze moesten wel. Met z’n allen op weg. Nu ze wat ouder zijn gaan ze al voor een deel hun eigen weg. Vriendjes en een keer op stap is dan leuker dan naar je crossende broer gaan kijken. Begrijpelijk en heel normaal. Toch zijn ze nog steeds fan. Als wedstrijden een beetje in de buurt zijn komen ze echt nog wel eens kijken. Natuurlijk draait het veel om de cross in huize Pootjes, maar daar is begrip voor. Lyon gaat niet mee naar de overzeese wedstrijden. Het kost ons een berg tijd en geld. En aangezien hij niet zonder Gitte zou willen heeft hij besloten thuis te blijven. ‘Het is wel moeilijk hoor, maar ik wil het niet anders’. Sinds Davy ingelijfd is door Red Bull KTM hebben zijn ouders toch al een stapje terug moeten doen. Zoals bij velen mag je hem brengen tot een bepaald niveau. Dan geef je hem als het ware af. ‘Dat is ook goed hoor, maar in het begin niet makkelijk.’ ‘Ik zie het met mijn ogen dicht als hij niet lekker in zijn vel zit. Ik zie het aan zijn houding en aan de momenten van overschakelen. Ik ken hem zo goed’. ‘Als ik bijvoorbeeld in de training wat zie en tegen hem wil zeggen doe ik dat niet in de teamtent. Ik wacht tot hij bij de baan loopt en dan praten we’. Zo hoort het, zo moet het. Een team is een team tenslotte en daar heeft Lyon respect voor. Davy’s monteur Thom Piels is meeverhuisd naar het team. Al 5 jaar sleutelt hij voor Davy. Natuurlijk heeft hij in het afgelopen seizoen moeten laten zien dat hij teamwaardig is, maar slaagde daar met vlag en wimpel voor. Een fijn gevoel, zo vind Davy. ‘T is mijn maatje’.

‘Dat ‘keurmerk’ hebben we makkelijk gehaald’
Op dit moment staat ‘de hele boel’ nog thuis in de garage maar als het nieuwe pand in Lommel klaar is gaat alles daarheen. Ze zijn hier wel geweest van KTM om te kijken hoe de spullen erbij staan en hoe alles beveiligd is. ‘Dat ‘keurmerk’ hebben we makkelijk gehaald’, zegt Lyon trots. We hebben het hier in de goeie tijd gekocht en plukken daar nu de vruchten van. Ruimte heb je nooit teveel. Lyon en Gitte hebben jaren geleden het schildersbedrijf van zijn vader overgenomen. Tijden zijn veranderd en zo ook zo werkzaamheden. Vroeger werden er veel huizen geschilderd. Nu renoveren ze voornamelijk bedrijfspanden. Alles, van binnen en buiten en door het hele land. Het is nog heel wat om het bedrijf in goede banen te leiden en tegelijk de zorg van crossende Davy op je te nemen. ‘Dan kom je nogal eens tijd tekort hoor’, lacht hij.

Hij heeft zichzelf een doel gesteld
Trots staat Davy naast 1 van zijn KTM’s. Als je als mannetje van 17 drie fabrieks fietsen in de garage hebt staan heb je het toch al redelijk goed gedaan. Op een soort vide staan een deel van de mini bikes waarmee hij zijn eerste bekers verdiende. Trots neemt hij me mee naar boven. Daar staat een magazijnstelling ramvol met bekers en andere trofeeën. ‘Er staan er ook nog wat in huis hoor’. Kleding, laarzen en al zijn ‘oude’ helmen sieren de bovenverdieping. Ondanks zijn lage leeftijd heeft hij er toch al een dikke 12 jaar opzitten. Dan vergaar je wel wat. Hij heeft zichzelf een doel gesteld. Volgend seizoen top 5 in de eindstand en het jaar erop wereldkampioen. Klinkt stoer maar ik ben er van overtuigd dat het niet te hoog gegrepen is. Hij heeft het in zich. Het talent, het karakter en de bereidheid ervoor en naar te leven. Uitgekiende voeding, trainingsschema en dus leefwijze. Het is er allemaal. Ik denk ook wel dat het komt door zijn opvoeding. ‘We hebben hem de kans gegeven en altijd gezegd wat hij er voor over moest hebben als hij er wat in wilde bereiken’. Het mooie aan Davy vind ik dat hij zich niet gek laat maken, door niemand. Hij doet het op zijn tempo. Zonder onnodige risico s te nemen bouwt hij aan zijn carrière. Een carrière die er nu al mag zijn. Normen , waarden en de drang om te overwinnen. Da’s de basis.

Het is gezellig in huize Pootjes maar je moet toch ook weer een keer weg. Ik kijk nog even goed of de honden binnen zijn. Eerder had een kennis bij het afrijden van de oprit een van de hondjes onder de auto gekregen. Angstig omkijkend rij ik de oprit af. Ze zwaaien en bedanken me. ‘Kom nog maar ’s langs’, hoor ik Lyon nog net roepen. ‘Graag’ fluister ik tegen mezelf als ik de weg opdraai…

Foto’s: Fam. Pootjes

Bijna de hele weg ernaartoe regent het. Niet zomaar een beetje. Met bakken uit de hemel. Tussendoor kijk ik nog even op Facebook. Geen afgelasting van het evenement. Ook vreemd dat er dan daarboven niet even een klein beetje rekening gehouden wordt met het geweldige initiatief van deze dag. ‘Dan maar met z’n allen in de tent’, denk ik nog en vervolg mijn weg.

Trouw en gewillig
Op het moment dat we het Finlandcircuit oprijden spettert het alleen nog een beetje. Ik kijk naar de lucht en het klaart op in de juiste luchthoek. Gelukkig. De eerste wagens rijden het, nu al te natte, terrein op. Bussen en kleine vrachtwagens met daarin verschillende zijspancombinaties worden in ‘showroomstand’ naast elkaar geparkeerd. Al jaren achtereen komen ze opdraven. Trouw en gewillig. Zijspannen, een dikke Quad, een oude brandweerwagen en een militaire Jeep sieren het rennerskwartier.

‘Ineens staat er een clown voor mijn neus’
Het spetteren stopt en de zon breekt door, precies op het juiste moment. ‘Bedankt’, fluister ik terwijl ik naar de lucht kijk. Zo moet het ook zijn. Als je zoveel mensen bij elkaar hebt die zich mate- en belangeloos inzetten voor onze medemensen met een beperking, op welke manier dan ook, verdien je alle medewerking. Ook van boven. De feesttent is al volledig ingericht. In één van de hoeken staat een podium met een DJ set. In de andere hoek is een lange tafelbar gebouwd met dranken, broodjes, muffins en andere heerlijke zoetigheid. Het is niet de eerste keer dat ze dit doen en dat voel je meteen. Naast de feesttent staat een, zeer steriel ogende, EHBO tent voor het geval dat. Je kunt geen risico’s nemen tenslotte. Ineens staat er een clown voor mijn neus. Meestal zijn die net niet grappig. Deze wel. Hij heeft iets leuks. Waarschijnlijk is de man privé ook gewoon lachen. Marijke Hemelsoet heet ons van harte welkom. Marijke mag toch wel één van de drijvende krachten genoemd worden binnen de ‘Special Day’ organisatie, samen met Eric Stoutjesdijk, ook een kopstuk van het eerste uur. Het is altijd weer een zware kar maar ze trekken hem met z’n allen. Er moet nogal wat geregeld worden, wat tot op heden ieder jaar toch weer gewoon gelukt is. Doen sponsoren weer een duit in het zakje en krijgen ze weer een vergunning van de gemeente. Vragen die elke editie weer de nodige spanning oproepen. Gelukkig staan die laatsten er al die jaren voor de volle 100% achter. Zelfs één van de drie aanwezige wethouders, Jack Begijn, gaat een paar rondjes mee de ‘bak’ in. Nerveus, zoals hij zelf zegt, maar hij doet het wel. Respect is zijn deel. De andere twee, Cees Liefting en Frank Deij houden het op kijken en supporteren. Ook dat moet gebeuren natuurlijk.

‘Echte crosshelmen’, hoor ik er een zeggen
Eric is de spreker van de avond. Als een echte ‘omroeper’ doet hij het woord en brengt de sfeer er in. Uitgedost in hun strijdkleding staan de ‘zijspan jongens en meisje’ aandachtig te luisteren. Ze worden bekeken als ware krijgers. Het is af te lezen van de gezichten. De helden. Hun helden. De meeste gasten kunnen bijna niet wachten. Sommigen zijn al ‘verpakt’ in geleende crosskleding, anderen hebben een shirt aan met eigen naam op de rug, gekregen op een vorige editie. Hier kijken ze al een tijd naar uit. Buiten hebben ze al staan kijken naar de rij helmen die op tafel klaar staan. ‘Echte crosshelmen’, hoor ik er een zeggen. De verbeelding straalt er van af. Als Eric zijn betoog sluit is dat meteen het startsein van het evenement. De start van iets wat een mooie dag zal gaan worden. Weer of geen weer. De twee- en viertakt combinaties draaien warm waardoor veel gezichten in en vrolijke plooi komen. Geduldig staan ze in een rij te wachten op hun ‘crossbeurt’. Niemand dringt. Een voorbeeld. Sommigen geven na één rondje al aan dat het genoeg is. Sommigen moeten er haast ‘uitgedwongen’ worden. Vlaggers en EHBO in constante paraatheid. Ik sta bij de uitgang van het circuit en zie de stralende gezichten. Duim omhoog. ‘Moment of fame’, om nooit meer te vergeten. Aan de manier van begeleiden is te zien dat de rijders dit al vaker deden. Ze lijken precies te weten wie een beetje extra aandacht- en arm nodig heeft en wie zelf wel een beetje uit de bak durft te hangen. Sommigen worden geholpen, anderen losgelaten. Ook een quad gaat de baan op. Als een ervaren coureur hangt een jongen mee in de bochten. Een lach op zijn gezicht die er vervolgens niet meer af gaat. De hele dag niet.

Grof geduld
Net als iedereen zijn en haar rondjes heeft meegereden barst het noodweer weer los. Code geel met een turbo. Het stopt niet meer. Heel erg helaas voor ons en het, inmiddels wereldberoemde, FMX4ever team van Jimmy ‘Jimbo’ Verburgh. ‘We hadden net de modder van de ochendregen er af en waren er helemaal klaar voor’, aldus een altijd ‘opgeruimde’ Jimmy. Als iedereen binnen is kan het feest beginnen. Respect voor de begeleiders. Grof geduld. Een jongen legt zijn been op tafel. Als hij mijn zoontje er om ziet lachen doet hij het nog een keer of 30. Ik ben het waarschuwen van mijn kinderen na twee keer al zat. Zij houden vol. Oneindig. Het is speciaal. Anders. Een kleine ‘speciale vrouw’ komt naar me toe. Aandachtig kijkt ze me aan en vraagt me of ik nog vakantie heb. ‘Nee’, zeg ik. ‘Helaas niet’. ‘Ikke wel, nog 1 dag’, zegt ze en lacht met een gelukkig gezicht. Ze draait om en pakt de ‘beat’ weer op. Dansen kan ze ook. Een tweede clown maakt alles van ballonnen. Zwaarden, bijen, en hondjes tovert hij in een spreekwoordelijke handomdraai tevoorschijn.

Gelukkige mensen
De brandweerwagen en Jeep rijden ondertussen een aangepast parcours buiten het terrein. De hevige regenval in combinatie met de ‘wegbanden’, laten het rijden op het circuit vandaag niet toe. Het maakt voor de ‘gasten’ niet uit. Zij zijn dankbaar. Altijd en met bijna alles. De DJ/zangduocombinatie doet waar ze voor gekomen zijn. Meezingers en deiners volgen elkaar in snel tempo op en iedereen gaat los, zonder enige vorm van schaamte. De bijzonder zuivere samenzang van de twee is ‘the icing on the cake’. Als de eersten huiswaarts keren besluit ik ook op te stappen. We glijden naar de auto en nemen afscheid van de organisatie. Bedankers worden bedankt en ondanks de heftige regenval is er toch weer terug te kijken op een super geslaagd evenement. Mijn kinderen krijgen nog een reserve ‘goodiebag’ mee en we nemen afscheid van een grote groep gelukkige mensen. Als we wegrijden laat ik alles de revue nog eens passeren en besef dat de waardering en dankbaarheid van deze groep mensen zo groot is dat zo’n evenement eigenlijk helemaal niet kan mislukken. Met het besef dat gezondheid niet vanzelfsprekend is plukken m’n kinderen op de achterbank hun tasjes leeg. Nog meer dankbare smoeltjes. Ik ben blij dat ik erbij was en heb toegezegd dat ik voor de volgende editie, het 15 jarig jubileum, graag mijn medewerking zal verlenen. En dat hoeft niet bij het schrijven van een verhaaltje te blijven…

De uitnodiging van ‘No Fear’ Mario van Beekveld kan ik niet weigeren. Ondanks ik al wel aan mijn kilometer Tax zit inmiddels ga ik er toch maar eens kijken. De 62e editie van de Keiheuvel.

Weer zo’n circuit waar ik al veel over hoorde. Ook weer zo’n circuit waar je maar twee keer per jaar op mag. Jammer, maar ook heeft het dan weer wel iets speciaals. Dan moet je er gewoon geweest zijn. Zoals ik het ook in Rhenen spijtig vond krijg ik dat gevoel hier ook weer. Ik zie een standje met boeken en folders over de crosshistorie van Kesterheide. Ik kijk om me heen en moet meteen denken: Hoelang nog? Ik besluit er maar eens van te genieten. Ondanks ik deze keer ‘kinderloos’ ben vertrokken voel ik me niet alleen. Naarmate je meer crossen bezoekt ga je natuurlijk ook meer mensen kennen.

‘Heb je ook gecrosst?
Als ik het rennerskwartier oploop stuit ik al meteen op Eric Laurijssen. Topper in zijn (foto)vakgebied. Een stuk of zes van de honderden foto’s die hij zal maken vandaag zijn voor mij en zullen m’n nieuwe site meer dan goed doen. ‘Bedankt alvast!’ roep ik dan ook en hij begrijpt me. Vervolgens loop ik langs de ‘stand’ van ‘Topsport Vlaanderen’. Pierre Schroyen haalt me binnen voor een drankje. Ook mag ik kiezen uit een bakje pasta of sla, maar heb al een dampende hamburger met gebakken ui in mijn gedachten. Ik weet wat Pierre, samen met veel anderen, voor de stichting doet en kan daar alleen maar een berg respect voor opbrengen. Daar ligt in een sport als motorcross toch wel de basis. Verantwoord en gezond bezig zijn. Joël Smets loopt binnen waar ik een ‘ferme’ hand van krijg. Als hij hoort wat mijn bezigheden zijn kijkt hij Pierre aan. ‘Die moesten we maar eens uitnodigen’ zegt hij zakelijk. Pierre beaamt. Er schuift ineens een ‘wat oudere’ man aan. Ergens heeft hij een bekend gezicht maar kan het niet plaatsen. Pierre stelt me voor als ‘journalist’. Ik geef hem een hand en noem mijn naam. ‘André’, zegt hij bescheiden. ‘André Vromans ken je toch nog wel?’, vraagt Pierre me. Ik lach van de zenuwen. ‘Ja, ik ken hem wel’, zeg ik en kijk André aan. ‘Je hebt een bekend gezicht’, zegt André. ‘Heb je ook gecrosst?’. Ik lach nog harder. ‘Ja, dat heb ik, maar daar kennen we elkaar beslist niet van’. Een van de posters die mijn slaapkamer annex crosstempel sierden was er een van hem. Hij geeft aan de crosswereld maar weinig aandacht meer te geven. De reden daarvan laat hij nog even voor wat het is. Nadat hij stopte komt hij hooguit nog een keer of 5 per jaar naar een wedstrijd. Meestal wel een GP of een bijzondere cross zoals deze. ‘Ze moeten me dan wel uitnodigen hoor’, lacht hij. Ik ben erg geïnteresseerd maar de dag is ook weer kort. Zodra ik een ‘columndate’ met deze grootheid heb vastgelegd ga ik verder met m’n rondje. Pierre had ik al ‘vastliggen’ gelukkig.

‘Selfmade’
GP rijders en minder of nietbetaalde toppers worden belaagd door fans. Tussen de koppen door zie ik Shaun Simpson zijn helm schoonmaken. Ook zijn Nekbrace komt aan de beurt en zet zijn laarzen klaar. Simpson is ‘selfmade’ en houdt dat graag zo. Gas erop. Niemand nodig. Kevin Strijbos heeft daarentegen veel mensen om zich heen. Deelt handtekeningen uit en kletst tussendoor wat met de ontketende Petrov. Petar straalt kracht en zelfverzekerdheid uit. Heeft plannen, da’s zeker. Overal waar hij gaat is z’n meisje naast hem. Mooi. Het prachtige circuit doet me aan meerdere banen denken. Uiteindelijk kom ik uit op een mix van Genk en Lommel.

001_7385

Altijd in balans
De wedstrijden zijn indrukwekkend. Rijders worden weer eens op de proef gesteld in het zware zand. Tallon Verhelst blinkt uit. Gaan we nog veel crossplezier aan beleven denk ik. Cyril Genot en Jago Geerts zijn erg aan elkaar gewaagd. Als vrienden geven ze elkaar in de baan geen duimbreed toe. Een prachtige strijd die in Cyril’s voordeel wordt beslist. Het tempo van de twee ligt zo dicht bij elkaar dat Jago het gat na zijn onschuldige schuiver niet meer dichtgereden krijgt. Ik sprak hem nooit maar vraag me wel eens af of een jongen als Greg Smets plezier, of juist last heeft van zijn afkomst. Een bepaalde druk zal het geven. Hoe je daar mee omgaat is natuurlijk een tweede. Daarentegen doet hij vandaag erg goede zaken. Strijbos doet waar hij voor kwam. Na de tweede plaats in manche 2 gaat hij in manche 3 helemaal los. Hoog tempo zonder onnodige risicio’s te nemen. Altijd in balans. Shaun laat het liggen door zijn motor vanaf een schans zo de metalen bouwhekken in te boren. Als een echte Schot zit hij 20 seconden later alweer op zijn motor. Het hoge ritme achterlatend bij het kromme hek. De Wulf maakt een sterke indruk en Truyts laat zien de ‘recoming man’te zijn. Na de ‘GP’ groep is hij ondanks zijn prille herstelperiode duidelijk toonaangevend. De bescheiden ‘Beulgaar’ Petrov laat zien dat het hout uit zijn land zo slecht nog niet is. Heeft duidelijk de ‘MX factor’ en rijdt vastberaden naar een dikke winst.

‘My locals’
Het programmaboekje liegt want ik krijg Rik Pijnen niet gevonden. Joey Verwijs is na zijn vakantie weer in de opbouw. Met zijn , voor hem minder bekende’ trainingsmotor trotseert hij de diepe gaten. ‘Ik moet weer even flink aan de bak’, aldus een toch altijd fit ogende Joey. Ook Mark Boot is door technische mankementen gedegradeerd tot zijn tweede machine. Niet tevreden maar zeker weer wat opgebouwd op een baan als deze. ‘Team Sanders’ vindt het vooral erg zwaar. Frans en zoon Martin zijn wel weer een ervaring rijker. Mooi stel. Kevin ‘Spraudy’ Spruijt een ‘local hero’ uit Zeeland moet wennen aan het feit dat een goede start een andere rij-instelling vereist. ‘Ik merk dat ik heel anders rijd als ik ineens bij de top 3 de eerste bocht induik’. Natuurlijk is de druk dan ineens hoger en is er ineens meer te verliezen dan dat je je als een strijder door het veld heen probeert te worstelen. Het tempo blijkt zeker te doen maar moeilijk weer op te pakken na een fikse koprol. ‘Ergens achter in mijn hoofd maak ik me dan toch stiekem druk’. Het besef hiervan brengt hem al een eind op de juiste weg.

‘Die rooie ken z’n eige krachte wel’
Verwonderd word ik toegezwaaid door een wielrenner. Behalve Adri van der Poel en Eddy Merckx ken ik helemaal geen wielrenners dus kijk nog eens goed. Het blijkt Lars van Berkel te zijn die ‘even’ is komen kijken. De kilometers die hij nu gefietst heeft blijken er maar een paar meer dan zijn normale dagelijkse portie. Geen probleem dus. Nog meer verwondering door de wetenschap dat morgen de ADAC wedstrijd in Lichtenvoorde verreden wordt waar hij normaal gesproken aan het hek zou moeten staan. ‘In verband met mechanische problemen heb ik heb een dagje vrijaf gekregen’ zegt hij doodleuk en iets te zakelijk, terwijl hij wat damesachterwerken keurt. Ik vraag verder niets maar bedenk me dat de man die notabene Lommel grandioos wist te winnen en vervolgens door toedoen van zijn teammaat niet tot scoren kwam in Markelo gewoon een snipperdag toebedeeld krijgt. Lars merkt mijn bedenkingen. ‘Alles komt goed man. Als er iemand klaar voor is ben ik het wel’, zegt hij lachend. ‘Als iemand het verdient ben jij het wel’, denk ik terwijl hij wegrijdt. ‘Die rooie ken z’n eige krachte wel’.

‘Het is goed zoals het is’
Voor de start van de tweede manche kom ik nog even in gesprek met de altijd erg beleefde en vriendelijke Yentl Haazen, de vrouw achter en naast Kevin. Ze is blij dat hij de eerste manche wist te winnen. Na Lommel had hij een vervelende nasmaak waar hij dringend vanaf moest. ‘Niet omdat Kevin mijn vriend is hoor, maar hij is soms erg bescheiden en verschrikkelijk lief.’ Sommigen zeggen dat je als crosser brutaal moet zijn maar waar brengt dat je dan weer? Hoe lang duurt dan je carrière dan en wat blijft er over? Hij is de laatste jaren blijkbaar veel in zijn voordeel veranderd. ‘Het is goed zoals het is’, aldus een verliefd kijkende Yentl. Ik laat haar met rust als het 15 sec bord omhoog gaat en denk bij mezelf: ‘Te lief en niet brutaal genoeg, maar staat na 25 jaar crossen nog steeds ‘on top of the box’. Doe maar voort Kevin!

‘Op z’n Bels’
Ik besluit de prijsuitreiking nog mee te pakken. Het lijkt of ik op een houseparty terecht ben gekomen. Het water buldert uit de hemel maar daar is door het decibelkanon op het podium weinig van te merken. Een dronkenlap wil me 2 euro geven voor mijn originele authentieke Strijbos KTM paraplu. Ik lach maar hij meent het. Nooit dus. Kevin en Smets zijn goeie maten dus wie weet… In de hele goede zin van het woord is dit weer echt een feesttent ‘op z’n Bels’. Animatie te over en liters, in plastic verpakt bier gaan over de bar. De prijzen zijn verdeeld. De meningen niet. Ondanks een, volgens een insider, slechtere publieksopkomst was het voor mij een prachtige dag met zeer zeker een vervolg.

K.M.C. Mol Bedankt!

Foto’s met dank aan Eric Laurijssen

Soms zie ik een naam van een bedrijf die ik lees zonder er verder bij na te denken. Bij het zien van letters en/of het logo denk ik zelden dieper na om er achter te komen waarom er voor die bewuste naam gekozen zou zijn. Vreemd, vooral als je je dagelijks met reclamemaken bezig probeert te houden. ‘Living for the Weekend’, is er zo een. Uiteindelijk dekt het wel de hele, megagrote, lading. Iets wat ik nu mijn zoontjes probeer mee te geven. Crossen is niet alleen maar rondjes rijden op een circuit. Crossen is niet alleen vette foto’s laten zien aan je, soms jaloerse, klasgenootjes. Het is veel meer dan dat. Het is ook zorgen voor. Zorgen voor je spullen, je motor en vooral jezelf. Op welk niveau je de sport ook bedrijft, er is altijd wel wat te doen en zeker te laten. ‘A way of life’. ‘Je kunt niet zomaar een beetje crossen’, zei mijn vader wel eens en daar had hij gelijk in. Een ‘beetje crossen’ is niks en vooral een te kostbare hobby om er ‘hatseflats’ mee om te gaan. Je crosst of je crosst niet. Doe je het wel dan zorg je dat je motor er altijd klaar voor is. Niets aan het toeval overlatend loop je alles na en zorg dat je in conditie bent. Blessures zijn helaas toch veel te vaak te wijten aan een ongetraind lichaam. Het is een keuze die je zelf maakt. Een stuk van je leven waar je later met veel genoegen op terug kunt kijken. Motorcross. Een vergrijp waar je levenslang voor zal krijgen. ‘Living for the Weekend’ dus.