Als het lot beslist (Deel 2)
‘Ik ben er echt wel eens harder afgegaan. Dan stond ik op en had ik in het ergste geval wat spierpijn naderhand’. De Belgische Jolien Vleminckx is dan 23 en rijdt eigenlijk al haar hele leven. ‘Ook ik kreeg het van huis uit mee’. Niet dat mijn vader crosste. Hij heeft enkele jaren fanatiek trial gereden, maar de motoren fascineerden me wel. Via kennissen kwam ik op de cross terecht, waarna ik het bekende virus gewillig oppakte. Jolien bereikte al vele hoogtepunten in haar cross loopbaan. Op twee botbreuken na bleef ze gevrijwaard van ernstige blessures. Dat haar carrière uiteindelijk zo zou eindigen had ze zeker nooit kunnen denken.
Ze slingert over haar motor
In Kleinau was het. Achteraf werd het weekend bestempeld met de terechte term ‘Black Weekend’. Dit omdat de ambulance meer dan 10 keer moest uitrukken en de trauma heli maar liefst 7 keer een landingsplaats moest zoeken. Jolien was fit. Altijd eigenlijk. Daar zorgde ze voor omdat ze weet dat een fit lichaam veel kan hebben. ‘Het stelde werkelijk niks voor.’ Met een iets te hoge snelheid kwam ze aan op de bocht. Omdat ze de eerste wal niet m eer haalde stuurde ze er overheen, naar de tweede wal. In die wal bleef haar motor steken terwijl haar lichaam verder wilde. Tegen zwaartekracht valt niet te vechten. Ze slingert over haar motor en belandt met haar gezicht in de kei harde ondergrond met als gevolg dat haar lichaam er ongecontroleerd overheen slaat. Hevig geschrokken bleef ze roerloos liggen. Niet eens pijnlijk, maar erg onwerkelijk. ‘Het was plots dat ik besefte dat ik niets meer voelde.’ ‘Mijn vader en vrienden waren er direct bij. Mijn moeder was er die dag een keer niet bij, maar werd al spoedig gebeld met het vreselijke nieuws. Ik weet nog dat ik tegen één van mijn vriendinnen zei dat ik misschien de tweede manche niet zou kunnen rijden, niet beseffend dat ik wellicht nooit meer zou rijden.
[logo-carousel id=banners-2]
‘In een roes ontwaakte ik’
Natuurlijk heb je geen besef van wat er werkelijk aan de hand is op zo’n moment. ‘Net zoals bij het breken van een been of arm denk je dan. Komt wel weer goed’. Je hebt ook geen besef van tijd op zo’n moment, maar het leek dat me dat er al meteen een helikopter boven me rondcirkelde. Het was blijkbaar erg lastig een veilige landingsplek te vinden, waardoor het nog bijna een uur duurde voordat ze er in gedragen kon worden. Ik weet eigenlijk alles nog. Het moment dat ze me de heli indroegen en de reis naar het Akense ziekenhuis, waar ik uiteindelijk wel in slaap viel. ‘In een roes ontwaakte ik en was er nog steeds zeker van dat alles goed zou komen. Ook mijn ouders hadden die overtuiging.’ Het was achteraf een beetje tegen beter weten in, want ik had geen enkel gevoel in mijn onderlichaam. Natuurlijk wil je denken dat het wel meevalt. Ook wist ik dat het medisch gezien mogelijk was dat het gevoel terug zou komen. Ik ben acuut geopereerd en ik moet zeggen dat ik blij ben dat ik in Aken terecht gekomen ben. Wat deze letsels betreft ben je hier op de beste plaats. Helaas was het letsel dermate ernstig dat de beste arts haar niet had kunnen genezen. ‘Ik heb nog wel eens heel even nagedacht over het feit dat ik redelijk lang op de heli heb moeten wachten, maar navraag leerde me dat het geen verschil had gemaakt. Het was gewoon kapot. Meteen al.
Godsgeschenk
Veel zenuwen zijn kapot of onherstelbaar beschadigd. ‘Ieder geval van een dwarslaesie is er een apart’, zo weet ze inmiddels. ‘Er zijn zoveel verschillende gradaties’. Jolien had de pech dat ook een zenuw van haar bloedregulatie beschadigd was. Dat zorgde ervoor dat ze zeker 8 maanden ter observatie in het ziekenhuis heeft door moeten brengen. ‘Ook al is het misschien het beste ziekenhuis, op een gegeven moment wil je echt wel naar huis’. De bijkomende letsels zorgden ervoor dat ze door wegvallende bloeddruk erg zwak bleef. ‘Soms, als ik overeind probeerde te komen werd het al zwart voor mijn ogen.’ Na een aantal maanden heb voor een gedeelte gevoel terug gekregen in mijn blaas. Helaas is het alleen een wazig en brandend gevoel wanneer er iets mis is in mijn lichaam. Net zoals het gevoel van aanraking in mijn been en onderrug. Ook dit is een redelijk vaag gevoel en zeker niet zoals het vroeger aanvoelde. Ook heeft ze met grote regelmaat te kampen met een blaasontsteking. ‘Het is zo raar allemaal. Als ik bijvoorbeeld merk dat ik koorts heb, moet er echt gezocht worden naar de oorzaak. Ik voel helemaal niks.’ De hoop dat er vooruitgang plaats blijft vinden is nog steeds sterk aanwezig. ‘Ook al ben ik me bewust dat een totale genezing er niet in zal zitten, toch blijf ik met blij met alle kleine beetjes.’ Natuurlijk heeft Jolien heel lang hoop gehouden op herstel. Zelfs na die 8 maanden kwam er een beetje gevoel in haar linkerbeen en voet. Ze kon dan zelfs een beetje met haar tenen wippen. Simpele dingen die ik vroeger uit verveling deed, zouden nu een Godsgeschenk zijn’. Frustrerend is dan wel dat nu, na zo’n twee jaar de verbeteringen uitblijven. Op een hele goede dag ben ik in staat mijn been lichtjes te bewegen. Ook voel ik het dan als mijn been scheef ligt. Dat is wel alles.
[logo-carousel id=banners-2]
’De hoop zal er altijd blijven’
De drang om fit blijven heb ik nog steeds. Ik moet er niet aan denken dat er straks dingen mogelijk zijn en ik buiten de boot val omdat mijn lichaam te zwak is. Dat gaat echt niet gebeuren. Mijn beurt zal niet aan me voorbij gaan, geloof me maar.’ De hoop zal er altijd blijven. Ook haar vader en moeder willen er nog steeds in geloven. Ik praat er veel over met mijn ouders. Natuurlijk zijn ze nog steeds bezorgd om mijn welzijn, wat ik ook wel begrijpen kan. Je kinderen zijn toch je alles. Ik begrijp dat heel goed, maar ik heb ze wel duidelijk gemaakt dat ik allesbehalve ongelukkig ben. Ze zorgen voor me zoveel ze kunnen. Onlangs heb ik zelfs mijn eigen ‘zorghuisje’ kunnen betrekken, hier in de achtertuin. Heb alles binnen bereik. Ik kan hier voor een groot deel voor mezelf zorgen en dat geeft een fijn gevoel.’ In de eerste maanden kreeg Jolien erg veel bezoek. Dat was nog met fruitmanden, bloemen en snoep. Nu komen ze gewoon lekker op visite. ‘Ze behandelen me niet anders dan voorheen en dat voelt heerlijk. We lachen, drinken en maken het laat. Net als vroeger. Daar wil ik mijn ouders niet mee lastig vallen.’ Het mooie is van alles is dat je er op zo’n moment achter komt hoe groot en hecht je vriendengroep eigenlijk is. Zowel privé als op het werk heeft niemand haar laten vallen. ‘In het ziekenhuis moest ik soms bezoek afzeggen omdat de andere kamerbewoners klaagden. Hoe iets negatiefs op zo’n moment zo waardevol kan zijn. Das massale bezoek is nu wel wat gestabiliseerd. Ondanks dat geeft het haar nog steeds enorm veel kracht. ‘Ik kan me echt voorstellen dat je zonder dat alles makkelijker op andere gedachten zou kunnen komen. Er zijn meiden waarmee in bij de MON reed die twee uur onderweg zijn om me een bezoek te brengen. Bizar gewoon. Ze halen me op en we gaan op pad.’
Dat was mijn enige wens nog
Maatschappelijk gezien wordt alles wel even anders voor Jolien. ‘Ik was altijd werkzaam als werfleidster voor bouwmaatschappij DEMOCO. Zij hebben me al die tijd gesteund en zorgen er nu voor dat ik na een omscholing straks te werk kan gaan op het kantoor. Natuurlijk ben ik hen eeuwig dankbaar.’ Haar mobiliteit is inmiddels ook geregeld. ‘Sinds kort heb ik een eigen, volledig aangepaste, auto. Dat was mijn enige wens nog. Het autorijden is nog wel erg vermoeiend omdat de combinatie van concentratie en lichamelijke inspanning me soms nog iets te veel is. Er is van alles aangepast, met ook een extra gordel.’ Ze begint hard te lachen. ‘Anders hang ik in iedere bocht tegen het raam’.
Ook al heeft de bijzonder opgewekte Jolien nu haar lichamelijke beperkingen, de kracht die uit haar ogen straalt belooft nog veel moois voor het vervolg van haar leven…