Harrie is een baas
‘Ik wilde alleen maar crossen, verder niks’
Het ‘VHS’ busje van vaders bedrijf staat aan de overkant geparkeerd. Ik ken het 50cc tijdperk nog uit mijn eigen begintijd. De tijd dat ik nog droomde eens wereldkampioen te worden. Dromen zijn bedrog. Echtwel. ‘Muggen’ noemde mijn moeder het altijd. Hard gingen ze wel met die opgevoerde brommers. Gebben en VHS waren in mijn ogen wel toonaangevend in die tijd. Harrie’s vader Harry stond aan de wieg. Grootmeester in het tunen van de blokjes met de kenmerkende ‘breitwand’ cilinders. Harrie werd grootgebracht met motorolie in zijn papfles. Vanuit huis liep hij zo de garage in. Motoren, olie en herrie. Hij wist niet beter. Niet vreemd was het dan ook dat hij op zijn vijfde al rondcrosste. Crossbanen te over in die tijd. ‘Ik wilde alleen maar crossen, verder niks’, zegt Harrie met grote ogen en ik zie hem terugdenken aan die tijd. School was zeker niet zijn leukste tijd. Hij koos voor een opleiding autotechniek aan het ROC in Eindhoven. ‘Ik kon het wel, maar de interesse was er gewoon niet’. Zijn lichaam zat in de schoolbank, zijn hoofd in de garage van zijn vader. Hij behaalde netjes zijn benodigde diploma’s, maar geen puntje te veel. Harrie koos voor een combinatie MTS, waardoor hij ineens zijn ondernemerspapieren op zak had. De zaak van zijn vader overnemen was toen nog steeds het plan.
‘Ik heb het licht niet gezien’
Harrie crosste graag en zeker niet onverdienstelijk. Na zijn top 5 bij de jeugd stootte hij door naar de Junioren. Op een hele kwaaie zondag werd de fors stijgende lijn abrubt onderbroken door een crash van formaat. Harrie brak zijn rug en lag er uit. Wonderwel herstelde hij bijna volledig. Na al die jaren zichzelf een strenge levenswijze te hebben toebedeeld heeft hij in die herstelperiode een ander licht zien schijnen. ‘Nee, ik heb het licht niet gezien. ‘Wel ben ik gaan beseffen hoe betrekkelijk het leven kan zijn. Alles kan zomaar veranderen van de ene op de andere seconde’. Na dat ongeluk heeft hij nog wel een seizoen of twee gereden, maar is daarnaast ook gaan genieten van andere dingen.
Harrie is geen echte baas
Aangezien zijn crosscarriere ten einde liep is Harrie zijn vader gaan helpen in de zaak. Regelmatig ontstond er wrijving tussen de twee. Harrie geeft aan dat het niet aan zijn vader lag, noch aan hemzelf. ‘Harrie en zijn vader hebben ongeveer hetzelfde karakter. Daarnaast hebben ze ook nog eens te maken met een generatiekloof’. Ze hebben een verschillende manier van werken en met mensen omgaan. Het gaat dan ook niet over wie er gelijk heeft. Er is in zoiets geen gelijk. Via zijn vaders zaak kwam Harrie regelmatig in aanraking met toonaangevende rijders en teammanagers. Door Jan de Groot werd hij opgemerkt en vervolgens gevraagd om voor het ‘Kawasaki Racing Team’ te komen werken. Na rijp beraad met vader en vriendin stemde hij toe. Het bleek volledig ‘zijn ding’. Na een paar jaar was de koek een beetje op en werd Harrie benaderd door JJ Luisetti om zijn kunstje te vertonen bij ‘CLS Monster Kawasaki’. Daar werkte hij zich binnen een paar jaar op tot ’teammanager’. Harrie is eigenlijk geen echte baas. Natuurlijk regelt hij alles, maar als manager zit je tussen de eigenaar en de ‘jongens’ in, wat het gevoelsmatig vaak moeilijk maakt. De jongens waarvoor hij het allemaal doet zijn uiteraard vier totaal verschillende karakters. Alle sturen staan anders. De veringen, zadels en persoonlijke afstellingen. Alles verschilt. Het ene karakter is bijvoorbeeld zwart wit, terwijl een ander weer wat duidelijker is in zijn argumenten. Bij sommigen wordt ‘wat minder’ standaard ‘kut’ genoemd. Niet een beetje dit of een beetje dat. Goed of slecht. ‘Je merkt het heel snel aan de gemoedstoestand van een bepaalde rijder. Heeft hij het naar zijn zin dat kan alles. Dit terwijl de andere overal uitgebreid over praat tot in de kleinste details. Zo hebben ze allemaal hun eigen ding en dat maakt het voor Harrie een spannende baan. Uitdagend.
‘ik krijg m’n salaris toch wel’
Harrie’s vriendin Merlin gaat altijd mee naar de GP’s. Ondanks ze haar eigen kapsalon heeft te runnen weet ze het toch wel zo te plannen dat ze samen op avontuur kunnen. Steun en toeverlaat, al 13 jaar. Altijd en overal. Harrie is niet oud maar lijkt ook nog eens een stuk jonger dan dat hij is. Dat maakt het beeld van hem als teammanager heel apart. Uiterlijke schijn bedriegt zeker wel eens. Hou die met testosteron afgevulde boys maar eens in toom. Het zijn uiteindelijk bijna allemaal zzp’rs met prestatieloon die vechten voor elk punt. Elke cent. Naast een basis om ‘in leven te blijven’, moeten ze toch zelf voor hun inkomsten zorgen. Veelal wordt dat bijeengesprokkeld door privé sponsoren en prijzengeld. Het is absoluut geen situatie van: ‘ik krijg m’n salaris toch wel’, zoals je dat, met alle respect, in de voetbalwereld veel tegenkomt. Wellicht is dat ook een van de redenen dat voetballers niet vergeleken kunnen worden met crossers. Er wordt door deze werkwijze een heel ander karakter verwacht. Ultieme strijd tot op het bot.
‘Een ongeschreven wet’
Harrie’s telefoon staat niet stil. Nooit. Wel zet hij er zelf af en toe even de rem er op. ‘Ik moet het ding af en toe even uitzetten. Er is tenslotte nog meer in het leven’, lacht hij vanonder zijn eeuwige ‘Kawacap’. Zijn taakomschrijving is voor een buitenstaander onduidelijk. Harrie zelf weet heel goed wat hij wil maar dat kost soms veel moeite dat te bewerkstelligen. Je hebt met zoveel dingen te maken. De race en trainingsmonteurs komen uit verschillende landen. Altijd weer zijn er onvoorziene situaties en weersomstandigheden. Vluchten en vervoer over land. Wanneer rijdt de teamtruck weg. Hoe lang doet hij erover, alle rustpauzes in acht nemend. Gereedschap van de mannen. Welke onderdelen gaan er als reserve mee. De uitstraling van het team in de pits. De tent tot het grondzeil toe. Onderbouwde kostenraming om het toegekende budget niet te overschrijden. Wat is nodig en wat is mooi. Het aannemen van personeel zoals bijvoorbeeld de monteurs ligt ook in zijn handen. Hij wordt vaak benaderd door jonge gasten zonder werk maar met een droom. Monteurs wegkopen bij andere teams past niet in de cultuur van het GP leven. Er is wonderwel onderling contact over het aanbod van de vakmannen. ‘Een ongeschreven wet’, noemt Harrie het.
‘Voorlopig zit ik goed’
Een hoop verantwoordelijkheid op de schouders van de tengere Harrie. Het is vaak een kwestie van keuzes maken. Hij doet het graag en met passie. Motorcross is zijn leven. Hij zou absoluut niet zonder kunnen. Als ik hem vraag naar zijn toekomst doet hij heel even zijn pet af en wrijft door zijn haar. ‘Voorlopig zit ik goed’, denkt hij hardop. ‘Ik hoop dit nog wel even te kunnen blijven doen’. ‘Misschien ooit een eigen team?’, probeer ik voorzichtig. Hij lacht en kijkt naar zijn vriendin, schuin tegenover hem in de bank. ‘We hebben het al over allerlei dingen gehad, waaronder ook een gezin’. ‘We zijn daar nog niet uit en hoeven daarover ook gelukkig nog geen beslissing te nemen’. ‘Mooi zou het wel zijn ja, een eigen team’.
Merlin lacht en kijkt verliefd Harrie’s kant op. Ze zou hem volgen, dat weet ik zeker. Altijd en overal.