Strijders uit het Oosten
Mijn jongens zijn fan van de Japanner Kei Yamamoto. Niet vanwege zijn prestaties, maar puur uit respect. Kei doet natuurlijk erg zijn best, maar hij moet nog even. Voor zover mijn kennis gaat was alleen Akira Watanabe ooit een Japanse topper en schopte zijn Suzuki zelfs tot wereldkampioen. Vreemd eigenlijk voor een land waar toch wel het meeste crossspul geproduceerd wordt.
Als beton zo hard
Vandaag maakte ik kennis met de Japanse Yuri Hatao. Moegestreden zit ze op de rand van de zwarte Kawasaki bus. Lommel is zwaar, da’s niks nieuws. Voor de 20 jarige Japanse moet het een hel zijn. Gisteren zag ze voor het eerst in haar leven een zandbaan. Ze rijdt al wel even, maar in haar thuisland zijn de banen als beton zo hard. Ze lacht wat geforceerd naar me. Ze is moe, zo zegt ze, maar ze wil het zo graag. Heel graag zou ze de wereld over willen volgend jaar. ‘I hope so’, zegt ze lief. Ze beseft heel goed dat er dan nog behoorlijk werk aan de winkel is. Harde banen zijn haar inmiddels op het lijf geschreven. Dat liet ze onlangs nog zien tijdens de GP van Thailand, de enige GP waar ze aan deelnam. Daar nam ze de holeshot en werd vervolgens netjes 9e in haar tweede manche. Totaal werd ze daar 12e.
Topmeiden
Zand is weer een heel ander verhaal. Ze vraagt me hoe het er uit ziet in Assen. ‘Ever been on a beach?’, lach ik en ze kijkt me aan met een moeilijk gezicht. Als ze inderdaad de kans krijgt om volgend seizoen het hele WK mee te rijden, zal ze nog behoorlijk aan de bak moeten. ‘Er staat nog wel een huisje vrij in Lommel hoor’, denk ik met haar mee en ze lacht weer. Japanners lachen altijd denk ik. Knap toch dat ze dit doet. Probeert in ieder geval. Dat het strijders zijn zie ik even later op de baan. Ze verbetert haar eigen baanrecord van de dag ervoor met 10 seconden. Dan komt ze er nog steeds tien tekort op de topmeiden van het WK. Ze weet het maar ze werkt. Ze wil zo graag en doet er dan ook alles voor. Wellicht hangt het groene licht voor het WK2017 wel af van haar prestaties van aanstaand weekend.
Moeilijk communiceren
Kawasaki Teambaas Harrie van Hout staat te klokken. ‘Voor de eerste keer in zo’n zandbak vallen haar prestaties me alles mee’, zegt hij met een tevreden blik. Harrie kreeg een mail van de Kawasaki fabriek met de vraag of hij tijd en spullen vrij had om Yuri te begeleiden naar de wedstrijd in Assen. ‘Natuurlijk zeg je daar geen nee op he, tenzij je echt niet kunt’. Met Ferrandis in de lappenmand was er nog wel een motor vrij en een gaatje in zijn altijd drukke schema.
De vastberaden Yuri stapte samen met haar monteur Yoshiya Yamasaki dankbaar op het vliegtuig met als bagage haar eigen vering, banden en buddyseat, waarna ze 10 uur later voet zette in het beloofde crossland. Yoshiya spreekt evenals Yuri slecht tot geen Engels. Dat is moeilijk communiceren. Yoshiya heeft, zoals het een Japanner betaamt, een supervette geavanceerde Tablet in zijn handen. Ze maken dat spul immers. Via ‘Google Translate’ in de spreekmodus wisselen we nog wat zinnen uit die we met gebaren niet uitgelegd krijgen. Als we bij de motor staan gaat het gesprek even over Tony Cairoli, die even daarvoor op een hele fitte manier de baan aanveegde. Speels gemak. ‘How can I ride fast in the sand?’, vraagt ze mij. ‘Don’t ask me’, lach ik hard en laat mijn polsen zien. ‘Gang is alles en remmen is angst’, quote ik maar dat snapt ze uiteraard niet. Ik wijs naar de Moto-Master schijf op het voorwiel en schud nee. De monteur begrijpt het. ‘Gassss, no brake, no brake’, schatert hij. Als ik vraag of ik een foto van haar mag maken trekt ze snel en professioneel haar shirt aan. Trots staat ze naast ‘haar motor’. Morgen heeft ze vrij. ‘Drie dagen achter elkaar is teveel voor haar. Dat trekt ze nu niet’, aldus een bezorgde Harrie.
Assen. We gaan het meemaken. Ze durft geen prognose te maken. Geen idee wat haar te wachten staat. Aan haar inzet zal het zeker niet liggen. Ook niet aan die van Harrie of van Yoshiya. De tijd was kort maar zal een van haar mooiste momenten ooit worden. Succes Yuri. Veel succes…